Vraag: Wat heeft bandbreedte/breedband met communicatie te maken? Antwoord: alles, want alle communicatie heeft een drager nodig en hoe hoogwaardiger de communicatie, hoe meer bandbreedte nodig is. Toch hoor je nog geregeld is dat er een kip-ei probleem zou zijn omdat het blijkbaar onhelder is wat de waarde van bandbreedte is en wat je er mee zou kunnen. Als je het verleden als voorspeller van de toekomst neemt zie je dat het tegendeel waar is. Het blijkt overigens wel dat het lastig is je voor te stellen wat deze nieuwe mogelijkheden zijn. Zo ‘vergaten’ de ontwerpers van de oerversie van internet, het toenmalige Arpanet, in eerste instantie de emailfunctionaliteit. Er was wel bedacht dat men op afstand van andere computersystemen gebruik wilde maken en dat men bestanden zou willen verplaatsen, maar email had men een beetje over het hoofd gezien.
Dat was overigens opmerkelijk want als je iets nauwkeuriger kijkt, blijkt dat ongeveer alles wat we vandaag de dag met internet doen al jaren geleden beschreven is. Dat niet alles direct beschikbaar is/werd heeft een andere reden. De reden dat we bijvoorbeeld pas in de 90er jaren van de vorige eeuw over zoiets als het wordwideweb konden beschikken (een concept wat al in de 40er jaren door Vannavar Bush en in de 60er jaren door Ted Nelson beschreven was) kwam doordat computers waarop een browser werkte toen gemeengoed werden en omdat een ondergrens qua bandbreedte bereikt werd die dergelijke systemen nodig hadden.
Er is dus bepaald geen kip-ei probleem, geen oplossing die op een probleem wacht; zodra meer bandbreedte beschikbaar komt geeft dit direct aanleding tot `nieuwe´ toepassingen waardoor de nieuwe grenzen al weer snel bereikt worden. Uiteindelijk geldt hier het aloude adagium “money, sex, storage and bandwidth: only too much is ever enough”. En dit “too much” is voor bandbreedte nog lang niet bereikt..
Om een idee te geven wat voor nieuwe communicatie mogelijk kan worden zou je Neal Stephenson’s Snow Crash en William Gibson’s Neuromancer als voorbeelden kunnen nemen. Het verschijnsel SecondLife is een hedendaagse, door techniek beperkte vorm van de in bovengenoemde boeken beschreven werkelijkheid. Iets dichter bij huis geven projecten in het onderwijs als ExpertOpAfstand een vooruitblik op de kansen die een kwalitatief hoogwaardige communicatie-infrastructuur ons biedt.
Wat deze nieuwe communicatievormen ons uiteindelijk zullen brengen is nog onhelder, maar zoals de mens bepaald wordt door zijn tools, bepaalt nu met name bandbreedte zijn nieuwe mogelijkheden voor communicatie en interactie. Om de functionaliteit van Vannavar Bush’s Memex te kunnen gebruiken hebben we voorlopig nog behoefte aan veel meer. Dit veel meer is overigens net zo hard nodig voor werkelijk hoogwaardig VC gebruik, HD-kwaliteit video en de toenemende hoeveelheid informatiestromen zoals die bijvoorbeeld door allerhande sensoren worden geproduceerd. Het goede nieuws blijft “we ain’t see nothing yet”. Zorg is wel het tempo en de wijze waarop de markt zich ontwikkeld. Het lijkt er op dat er steeds weer allerhande onderzoeken verricht worden naar nut en noodzaak van communicatie-infrastructuren. Mijns inziens staat dit gelijk aan vragen of er behoefte is aan meer goud en zilver. En dat antwoord ken ik al. De latentie bestaat, nu nog activeren. De recente roep van de VVD om een verbod van gemeenteglasnetten kan ik derhalve niet plaatsen. Gemeenten moeten juist de markt opschudden en aanjagen. Als gemeentelijke glasnetten daar aan bijdragen so be it. Ik denk dus dat een en ander juist een actieve rol van de overheid vereist, al was het maar om een en ander te bootstrappen. Pas dan kan de situatie ontstaan dat bandbreedte niet meer de maat der communicatie is.
—
h@nzz/2006