• Skip to primary navigation
  • Skip to main content

Towards a delicious future

  • home
  • about me
  • lost&found
  • login
  • sitesenkit
  • about

Hans Pronk

Bandbreedte als maat der dingen

17/04/2006 by Hans Pronk

Vraag: Wat heeft bandbreedte/breedband met communicatie te maken? Antwoord: alles, want alle communicatie heeft een drager nodig en hoe hoogwaardiger de communicatie, hoe meer bandbreedte nodig is. Toch hoor je nog geregeld is dat er een kip-ei probleem zou zijn omdat het blijkbaar onhelder is wat de waarde van bandbreedte is en wat je er mee zou kunnen. Als je het verleden als voorspeller van de toekomst neemt zie je dat het tegendeel waar is. Het blijkt overigens wel dat het lastig is je voor te stellen wat deze nieuwe mogelijkheden zijn. Zo ‘vergaten’ de ontwerpers van de oerversie van internet, het toenmalige Arpanet, in eerste instantie de emailfunctionaliteit. Er was wel bedacht dat men op afstand van andere computersystemen gebruik wilde maken en dat men bestanden zou willen verplaatsen, maar email had men een beetje over het hoofd gezien.
Dat was overigens opmerkelijk want als je iets nauwkeuriger kijkt, blijkt dat ongeveer alles wat we vandaag de dag met internet doen al jaren geleden beschreven is. Dat niet alles direct beschikbaar is/werd heeft een andere reden. De reden dat we bijvoorbeeld pas in de 90er jaren van de vorige eeuw over zoiets als het wordwideweb konden beschikken (een concept wat al in de 40er jaren door Vannavar Bush en in de 60er jaren door Ted Nelson beschreven was) kwam doordat computers waarop een browser werkte toen gemeengoed werden en omdat een ondergrens qua bandbreedte bereikt werd die dergelijke systemen nodig hadden.
Er is dus bepaald geen kip-ei probleem, geen oplossing die op een probleem wacht; zodra meer bandbreedte beschikbaar komt geeft dit direct aanleding tot `nieuwe´ toepassingen waardoor de nieuwe grenzen al weer snel bereikt worden. Uiteindelijk geldt hier het aloude adagium “money, sex, storage and bandwidth: only too much is ever enough”. En dit “too much” is voor bandbreedte nog lang niet bereikt..

Om een idee te geven wat voor nieuwe communicatie mogelijk kan worden zou je Neal Stephenson’s Snow Crash en William Gibson’s Neuromancer als voorbeelden kunnen nemen. Het verschijnsel SecondLife is een hedendaagse, door techniek beperkte vorm van de in bovengenoemde boeken beschreven werkelijkheid. Iets dichter bij huis geven projecten in het onderwijs als ExpertOpAfstand een vooruitblik op de kansen die een kwalitatief hoogwaardige communicatie-infrastructuur ons biedt.

Wat deze nieuwe communicatievormen ons uiteindelijk zullen brengen is nog onhelder, maar zoals de mens bepaald wordt door zijn tools, bepaalt nu met name bandbreedte zijn nieuwe mogelijkheden voor communicatie en interactie. Om de functionaliteit van Vannavar Bush’s Memex te kunnen gebruiken hebben we voorlopig nog behoefte aan veel meer. Dit veel meer is overigens net zo hard nodig voor werkelijk hoogwaardig VC gebruik, HD-kwaliteit video en de toenemende hoeveelheid informatiestromen zoals die bijvoorbeeld door allerhande sensoren worden geproduceerd. Het goede nieuws blijft “we ain’t see nothing yet”. Zorg is wel het tempo en de wijze waarop de markt zich ontwikkeld. Het lijkt er op dat er steeds weer allerhande onderzoeken verricht worden naar nut en noodzaak van communicatie-infrastructuren. Mijns inziens staat dit gelijk aan vragen of er behoefte is aan meer goud en zilver. En dat antwoord ken ik al. De latentie bestaat, nu nog activeren. De recente roep van de VVD om een verbod van gemeenteglasnetten kan ik derhalve niet plaatsen. Gemeenten moeten juist de markt opschudden en aanjagen. Als gemeentelijke glasnetten daar aan bijdragen so be it. Ik denk dus dat een en ander juist een actieve rol van de overheid vereist, al was het maar om een en ander te bootstrappen. Pas dan kan de situatie ontstaan dat bandbreedte niet meer de maat der communicatie is.

—
h@nzz/2006

Filed Under: Boeken, Breedband, Future, Internet

Google : wonderkind of risico

01/04/2006 by Hans Pronk

Google wordt in de media in sneltreinvaart van wonderkind naar gevaar voor de samenleving getransponeerd en na Microsoft lijkt ook Google onderdeel geworden te zijn van het Evil Empire. Ook in het televisieprogramma Zembla van 30 maart 2006, onder de titel “Google geheimen”, werd op deze wijze aandacht aan de zoekmachine besteed.

De kernvraag was hier hoeveel Google van ons weet, hoe betrouwbaar de informatie op Google is en of Google´s laatste applicaties een risico voor de privacy zijn, c.q. of Google de wet op de persoongegevens overtreedt. Opmerkelijk was in elk geval dat men zich blijkbaar niet afvroeg wat het wezen van Google is en wat je er derhalve van mag verwachten.

Mijns inziens komt dit hier op neer:

  • In de kern maakt Google informatie vindbaar die op internet beschikbaar is. Op basis van de wisdom of crowds wordt binnen deze informatieverzameling een ordening aangebracht.
  • Google verkoopt gekoppeld aan zoektermen als zodanig herkenbare advertentieruimte op de zoekpagina’s.
  • Google verkoopt zijn zoek- en vindtechnologie aan bedrijven voor eigen intern gebruik.
  • Google voorziet gebruikers van zoek- en vindtechnologie voor eigen gebruik.

Terug naar de uitzending van Zembla. Dit programma poneerde onder meer dat Google de zoekresultaten manipuleert. Even los van de semantische connotatie van het woord manipuleren is dit inderdaad exact de kern van elk zoeksysteem.

Wat de zaak complexer maakt is dat door de enorme populariteit van Google een hoge waardering/ranking economische waarde heeft. Gevolg is dat hierdoor bedrijven vanzelfsprekend trachten de werking van Google te doorgronden om op deze wijze een hogere Google-waardering te verwerven.

Zodra evident wordt dat op deze wijze websites een wel erg hoge ranking krijgen gaat Google zijn waarderingsfuncties dan weer aanpassen om op deze wijze een kwalitatief goed vindresultaat te bewaken.

Een ander punt was dat Google (te) veel van ons zou weten. Als al eerder gezegd maakt Google informatie vindbaar die op internet beschikbaar is. Je kan hoogstens vaststellen dat via internet veel informatie over personen te vinden is en dat Google behoorlijk goed in staat is deze informatie te vinden. Het zijn de organisaties die de informatie op internet plaatsen die de verantwoordelijkheid hiervoor dragen. Dit geldt natuurlijk ook onverkort voor bedrijven die op basis van Google-technologie eigen gegevensverzamelingen publiceren.

Als een ziekenhuis bijvoorbeeld via een Google-applicatie een uniforme zoekmogelijkheid over interne en externe bronnen aan hun gebruikers aanbiedt, dan heeft datzelfde bedrijf zich te houden aan de privacy-wtgeving.

Een verder verwijt was dat Google zijn technologie voor zich probeert te houden c.q. veel patenten probeert te verwerven. Hoewel ik persoonlijk bepaald geen voorstander van softwarepatenten ben, is dit in elk geval in zichzelf niet laakbaar en kan je het Google moeilijk verwijten dat zij als beursgenoteerd bedrijf haar marktwaarde wil behouden, of beter, vergroten. Ook het debat over censurering houdt eigenlijk niet veel meer of minder in dan dat Google bereid is zich te schikken naar lokale wetgevers hetgeen een business-besluit is. Ook hier geldt dat Google een beursgenoteerde onderneming is en dus zijn waarde zal willen vergroten.

Bottomline betekent dit blijkbaar dat wij, als gebruikers, dit geen probleem vinden want we blijven Google gewoon gebruiken.

De betrouwbaarheidsvraag is van dezelfde categorie als “Google weet te veel van ons”.

Google gaat niet over de betrouwbaarheid van internet, maar benut de impliciete waardering van gebruikers als basis voor de waardering. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een krant heeft en neemt Google hier geen verantwoordelijkheid.

Persoonlijk vind ik Google een uitstekende vindomgeving. Door slim van de wisdom of crowds gebruik te maken, is het het bedrijf gelukt om een geautomatiseerde zoekmachine met “humans inside” te bouwen en in de lucht te houden.

Door de economische waarde van het bij Google vindbaar zijn is daarnaast een continue strijd om hoge waarderingen ontstaan, waarbij het mij opvalt dat Google tot nu in staat is blijvend relevante resultaten af te leveren. Wat de feitelijke waarde van de gevonden informatie is dat zal ik, als gebruiker, toch zelf moeten beslissen.

Kortom doe als ik: Google on!
Update: op vrijdag 7 april is in “De leugen regeert” aandacht aan de Zembla uitzending besteed. Ondanks de goede bedoelingen van Herbert van Blankenstein werd ook hier de essentie van Google, namelijk het vindbaar maken wat anderen op Internet zetten weer volledig voorbijgegaan. Een gemiste kans derhalve..

h@nzz © 2006

Filed Under: Future, Google, Internet, Privacy

Gluttonous

24/03/2006 by Hans Pronk

Rails devotees opgelet… Gluttonous is een website/weblog met veel intel over Ruby on Rails zoals ondermeer een guide to Rails for designers, Rails en testen, Rails Best Practices, Tips en Tricks, migratie etc. etc… De auteur is Kevin Clark, programmeur bij Mingle en evident een Rails devotee.
BTW: voor wie het nog niet wist: Ruby is een programmeertaal en Ruby on Rails is het framework dat het mogelijk maakt snel en efficient interactieve/dynamische websites te maken.

—
h@nzz/2006

Filed Under: Programming Tagged With: RoR, ruby on rails

Hotline to home

23/03/2006 by Hans Pronk

Een bekend dillema: een gezinslid, familie of vriend ligt in het ziekenhuis. We hebben het allemaal druk maar willen anderzijds wel onze geliefden de aandacht geven die ze verdienen. Gegeven de bezoekuren en onze beter gevulde dagen ligt hier dus een uitdaging. Nog lastiger wordt het als je zelf door omstandigheden het huis niet meer uit kan. Zou het niet mooi zijn om bestaande tehnieken in te zetten om toch dagelijks contact te kunnen houden met het ziekenhuis?
Het “Hotline to Home” project is een mooi voorbeeld van het gebruik van social applications voor dit doel. Met dit Weerste initiatief wil Andre Lucassen bereiken dat patienten sociale netwerken/functies tijdens ziekenhuisopname in stand kunnen houden. De techniek is er al: internetservices zijn bij uitstek geschikt om deze functie te vervullen. Ook qua connectiviteit zijn er voldoende oplossingen voorhanden (Wifi/UMTS/…) om dergelijke diensten te faciliteren en qua devices voor eindgebruikers voldoet elke wilekeurige, recente laptop.
Het aanbieden van internettoegang vanuit het ziekbed zou sowieso gemeengoed moeten zijn in ziekenhuizen. Als bij het exploiteren van dergelijke diensten het aanbieden van sociale applicaties door de meer commerciele uitbating gefund wordt, kan een dergelijke dienst ook echt breed aangeboden worden. Ook aan diegenen die anders om kostenredenen moeten afhaken.
De maatschappelijke opbrengensten alleen al lijken me het experiment meer dan waard, zeker met de nakende vergrijzing in Nederland.
We mogen dan ook hopen dat Andre Lucassen’s initiatief daadwerkelijk van de grond komt en dat daarmee een aanzet voor de brede beschikbaarheid van socialware voor ziekenhuispatienten gegeven wordt.

—
h@nzz/2006

Filed Under: Future

Ning, voorbeeld van het internet als serviceplatform

11/03/2006 by Hans Pronk

Soort bizar: een zaal afgeladen met hardcore alpha geeks die och en ach roepen bij het zijn van ‘schattige’ foto’s van huisdieren.
Ning presenteerde zijn webplatform en gebruikte daarbij als voorbeeld hun best bezochte site cuteoverload.ning.com. Ning is een van de voorbeelden van het internet als platform fenomeen. Ning biedt gebruikers een standaard platform inclusief een groot aantal applicaties. Gebruikers kunnen deze applicaties as-is gebruiken, ze naar hun eigen smaak en behoefte aanpassen of zelf compleet nieuwe applicaties van scratch ontwikkelen (Nu PHP en Ruby inclusief de Rails eind Q2). In principe is het gebruik van het platform helemaal gratis. Ning verdient zijn geld enerzijds GoogleAds/Yahoo ads en de verkoop van value-added services, zoals advertentievrije accounts, eigen url’s, bandbreedte garanties en meer opslagcapaciteit. De filosofie is dat Ning de community alleen bootstrapt waarna het merendeel van de code door de gebruikers zelf geschreven wordt. Als garantie tegen vendor lock-in zijn alle applicaties via webservices (atom-based) aanspreekbaar. Op deze wijze kan de eigen content altijd in gestructureerde wijze uit de Ning omgeving gehaald wordt.
Het resultaat zover ik tot nu gezien spreekt mij in elk geval aan: het Ning platform enabled gebruikers om eigen omgevingen in te richten, de omgeving desgewenst te delen met anderen etc., zonder de zorg voor het inrichten en beheren van allerhande IT-diensten. Omdat de applicaties desgewenst volledig door de gebruiker aangepast kunnen worden kan uitgaande van een generieke opzet een specifieke doelgroep bediend worden. Ning wordt nu al onder meer door SOHO bedrijven als zorgenvrij IT-platform gebruikt. Ook het onderwijs, met name K-2-12 (lees PO), maar ook het verdere onderwijs, heeft Ning ontdekt als betaalbaar, beheerd platform voor een groot deel van hun IT-behoeften. Door de eenvoud en door de aanwezigheid van een groot aantal kant en klare bouwstenen is Ning ideaal voor het maken van situated software.
Als gezegd, de top Ning site, bezoekerswise, is cuteoverload.ning.com. Andere voorbeelden zijn te vinden op www.ning.com.

—
h@nzz/2006

Filed Under: Conferenties, Future Tagged With: etech, etech06

Statistieken blogosphere 2006

09/03/2006 by Hans Pronk

Interessante statistieken van Technorati (David Sifry) m.b.t. de huidige groei en bloei van de blogosphere.

  • Technorati trackt nu 30 miljoen weblogs, ofwel een verdubelling per half jaar in de afgelopen drie jaar. Blogosphere is nu verzestigvoudigd. Momenteel komen er dagelijks meer dan 100.000 blogs bij ofwel een weblog per seconde!
  • Ruwweg 50% van de nieuwe bloggers zijn 3 maanden later nog actief en 10% van alle blogs worden wekelijks geupdated: gemiddeld 1,2 miljoen posts per dag ofwel 50000 posts per uur.
  • Hoogtepunten qua postings: London bomaanslag, Katrina, de dood van Schiavo en Live8.
  • Breakdown per taal: 41% japans, 28% engels, 14% chinees, 3% spaans, 2% [italiaans, portugees, frans, rusland], 1% [nederlands, duits] en 4% overig.
  • Ruwweg 50% van de blogposts gebruikt tags/categories waarbij 24% van de posts het rel=’tag’ microformat gebruikt.

—
h@nzz/2006

Filed Under: Conferenties, Future Tagged With: etech, etech06

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 20
  • Page 21
  • Page 22
  • Page 23
  • Go to Next Page »

© 2025 Towards a delicious future. All Rights Reserved.