• Skip to primary navigation
  • Skip to main content

Towards a delicious future

  • home
  • about me
  • lost&found
  • login
  • sitesenkit
  • about

Google

One ID to rule them all, one ID to find them, one ID to bring them all and in the darkness bind them…

31/10/2008 by Hans Pronk

Hnzz_kaartjes

Een van mijn dagelijkse ergernissen is het enorme aantal accounts dat ik nodig heb voor de verschillende websites die ik gebruik. Het is nog erger dan de fysieke kaartjes (zie boven) in mjn portemonnee. Maar nu is er uitzicht op verbetering. Ik kan namelijk sinds kort bij sites als Plaxo.com inloggen met mijn Google account. Dit kan omdat Google is toegetreden tot de OpenID community. Je kon al je Yahoo account gebruiken als OpenID. En ook je Windows Live account (MSN/Hotmail/Live Mail) is binnenkort een OpenID. En nu je ook een Google e-mail (Gmail) account als OpenID kan gebruiken, beschikt dus een groot deel van de online consumentenpopulatie ineens over een OpenID. Met deze toevoeging van Gmail zijn de belangrijkste gratis emaildiensten OpenID enabled. En omdat  een groot deel van de online populatie over zo’n account beschikt is OpenID het meest verspreide authenticatiemechanisme geworden.

Cirrus-logo Het OpenID logo zou je een beetje met het Cirrus logo op een betaalautomaat kunnen vergelijken. Als je dat ziet weet je dat bij die automaat geld met je bankpassen (met Cirrus logo) kan pinnen. Het OpenID logo werkt soortgelijk, zodra je dat ziet kan je met een van je OpenID’s (bijvoorbeeld je Gmail of je Hotmail account) op een site inloggen.

Het voordeel hiervan is evident, in plaats van tientallen accounts voor online services kun je ineens met een of twee accounts af. Het opzeten van allerhande mashup-achtige diensten wordt, zeker als de serviceprovider naast OpenID ook van de nieuwe OAuth mogelijkheden gebruik gaat maken, vele malen eenvoudiger.  Bijkomend voordeel is dat OpenID veel meer controle bij de gebruiker legt. Deze kan nu bepalen welke informatie al dan niet uitgewisseld wordt tussen providers. Risico is natuurlijk dat je, wanneer je account gecompromiteerd wordt, nu een echt probleem hebt:-(

Openid-logo

We zijn er overigens nog niet. Zo kan ik mijn Microsoft OpenID (nog) niet gebruiken om bij Google in te loggen en omgekeerd. Want hoewel je met je Google account bij een OpenID enabled website kan inloggen is het omgekeerde nog niet waar. Met OpenID kan een website er namelijk voor kiezen dat derden gebruik maken van hun accounts (ofwel de rol van OpenID provider) en daarnaast kan je ook toegang tot je eigen site geven op basis van accounts van anderen (de rol van OpenID relaying party). Google en ook  Microsoft zijn voorlopig alleen provider en dus geen relaying parties. Voor het gebruikvan Google-diensten zelf heb je nog steeds een “echt” Google account nodig hoewel daar dus technisch geen noodzaak meer voor bestaat.

In elk geval is de brede verspreiding van OpenID goed nieuws omdat dit het gebruik van online diensten in het algemeen beduidend kan vereenvoudigen. OpenID had tot nu toe een kip-ei probleem: zolang gebruikers geen OpenID’s hadden was het gebruik niet relevant, maar omdat er geen toepassingen waren was het bezit van een OpenID niet nuttig. Door de acties van Google, Yahoo en Microsoft is er in elk geval een grote gebruikersgroep ontstaan. En er is daarmee een defacto standaard ontstaan hetgeen ruimte geeft voor identity-providers om value-added diensten op te zetten op basis van deze grote gebruikersgroep. De waarde van OpenID diensten is uiteindelijk afhankelijk van het aantal OpenID bezitters in de online wereld.

En voor de Hyves, Facebooks maar ook de DigiD’s en SURFnet en Kennisnetten van deze wereld geeft het kansen om een centrale plek in te nemen c.q. te behouden in het online-ecosysteem.

Al met al beschikken de meeste consumenten nu over een OpenID dus:

  • Aanbieders van ID-systemen: oportunity knocks! DigiD/Kennisnet/Hyves/Facebook/… ga ook OpenID bij voorkeur in de meest brede vorm ondersteunen;
  • Gebruikers: gewoon gaan gebruiken en OpenID toegang vervolgens ook van alle andere dienstaanbieders eisen!

OAuth maakt het mogelijk om websites beperkte toegang tot je account te geven. Dit ka je gebruiken om bijvoorbeeld een dienst als Linkedin bijvoorbeeld alleen toegang te geven tot je Plaxo contactgegevens.Het is als zodanig een aanvulling op OpenID.

Filed Under: Google, Internet, Privacy, Security, Software

Want Gartner zegt dat het goed is…

23/10/2008 by Hans Pronk

Cloud computing heeft de Gartners top 10 van belangrijkste strategische ICT ontwikkelingen van 2009 gehaald! Niet zo verwonderlijk natuurlijk, cloud computing is precies hetgeen ict voor gebruikers van een ‘last’ in een ‘lust’ kan veranderen. Uiteindelijk willen de meeste gebruikers alleen ict gebruiken en niet het gedoe en het onderhoud wat er allemaal bij lijkt te horen, er als kado bij krijgen. En net als met andere utilties als gas, water en electriciteit willen gebruikers geen zorgen over schaalbaarheid, beschikbaarheid en uitbreidbaarheid. Je wilt gewoon een resource gebruiken, that’s it!

Waarom is het dan belangrijk dat Gartner er iets van vind? Tot nu toe wordt cloud computing met name door kleinere organisaties gebruikt. Maar omdat het nu ook volgens Gartner relevant is, is de inzet ervan ineens ook veel bespreekbaarder (lees risicovrijer ofwel: Gartner zegt dat het goed voor je is) binnen grotere organisaties. Het huidige economische klimaat, of liever de zorgen over een global economic climate change, versterkt dit effect nog verder. Hierdoor worden ict-investeringen immers ineens anders bekeken en komt er ruimte voor nieuwe, meer kostefficientere aanpakken.

Kortom: goed nieuws dus voor de aanbieders van cloud services zoals de Amazon‘s, Google‘s, 37Signals, Joyents etc etc op de korte termijn en belangrijker: nog beter nieuws voor gebruikers die ict gewoon willen gebruiken.

Filed Under: Google, Software

Zou Thomas Watson uiteindelijk toch gelijk krijgen?

15/01/2008 by Hans Pronk

In 1943 deed Thomas Watson (IBM) zijn beroemde uitspraak "I think there is a world market for maybe five computers".  Hoewel deze opmerking lang gezien is als een teken van kortzichtigheid zorgen de ontwikkelingen op het gebied van platforms en cloud-computing ervoor dat zijn uitspraken nu in een nieuw licht komen te staan.

thomas watson in 1917

De huidige combinatie van netwerken en ICT-systemen zijn voldoende krachtig om de computing-modellen, zoals al uitgewerkt in de jaren 90 met het credo: "the network is the computer", daadwerkelijk te implementeren. De huidige SaaS-ontwikkelingen zijn hierbij een eerste stap. (zie bijvoorbeeld deze post van Alex Barnett). Voor eindgebruikers van systemen wordt SaaS de wijze waarop in toenemende mate ICT-functionaliteiten aangeboden zullen worden. Voor de aanbieders van deze SaaS-diensten worden platforms en internet-scale computing ofwel cloud-computing steeds relevanter.

Dit verschijnsel internet-scale computing of cloud-computing, zoals nu gepionierd wordt door onder meer Amazon, zette voor mij de uitspraak van Thomas Watson ineens in een geheel andere context. Want als je bedenkt wie de spelers in deze zogenaamde cloud-space zijn en welke kwaliteiten dergelijke partijen moeten hebben om effectief te kunnen opereren is de markt voor computers inderdaad beperkt tot een klein aantal aanbieders. Met name het ‘massive’ karakter van dergelijke operaties maakt dat het , analoog aan bijvoobeeld energieopwekking, zich leent voor sterke concentratie waarbij het, in tegenstelling tot energie, mogelijk is om de producten wereldwijd aan te bieden. De huidige spelers  als Amazon, Google, Microsoft, IBM en Sun, om de prominenten maar eens te noemen, zijn technisch gekwalificeerd en hebben daarbij de omvang om een dergelijke operatie te kunnen uitvoeren met het niveau van excellence en kosten (vanwege de massive economy of scale) dat de markt vraagt.  Met name blijkt in de huidige markt dat het juist de operationele excellence is waar de huidige kleinschaliger aanbieders van ICT-resources vaak tekort schieten.

Cloudspaces

Er ontstaat dus een nieuw drielaagsmodel van -1- cloudcomputing, -2- platformspelers en -3- de eigenaars van het intellectual property. En de nieuwe generatie cloud-gods vullen de onderste laag in. In deze laag is daadwerkelijk sprake van computing en zoals gezegd zal de ruimte in deze markt beperkt blijken te zijn. Hoeveel Googles kunnen er tenslotte naast elkaar bestaan? Ook op de laag erboven (platformlaag) is er overigens maar beperkt ruimte voor aanbieders. Echter hier is het, in tegenstelling tot de cloud-space, beter mogelijk toegevoegde waarde te genereren door omgevingsgebonden kennis en kunde. De cloud biedt dus tezamen met de platformlaag de omgeving waarop IP-eigenaars uiteindelijk de echte economische toegevoegde waarde kunnen genereren, op basis van deze twee onderliggende lagen.
En zo zou ook Thomas Watson uiteindelijk toch nog gelijk kunnen krijgen!

—
h@nzz/2008

Filed Under: Breedband, Future, Google, Internet, Web 2.0

Google : wonderkind of risico

01/04/2006 by Hans Pronk

Google wordt in de media in sneltreinvaart van wonderkind naar gevaar voor de samenleving getransponeerd en na Microsoft lijkt ook Google onderdeel geworden te zijn van het Evil Empire. Ook in het televisieprogramma Zembla van 30 maart 2006, onder de titel “Google geheimen”, werd op deze wijze aandacht aan de zoekmachine besteed.

De kernvraag was hier hoeveel Google van ons weet, hoe betrouwbaar de informatie op Google is en of Google´s laatste applicaties een risico voor de privacy zijn, c.q. of Google de wet op de persoongegevens overtreedt. Opmerkelijk was in elk geval dat men zich blijkbaar niet afvroeg wat het wezen van Google is en wat je er derhalve van mag verwachten.

Mijns inziens komt dit hier op neer:

  • In de kern maakt Google informatie vindbaar die op internet beschikbaar is. Op basis van de wisdom of crowds wordt binnen deze informatieverzameling een ordening aangebracht.
  • Google verkoopt gekoppeld aan zoektermen als zodanig herkenbare advertentieruimte op de zoekpagina’s.
  • Google verkoopt zijn zoek- en vindtechnologie aan bedrijven voor eigen intern gebruik.
  • Google voorziet gebruikers van zoek- en vindtechnologie voor eigen gebruik.

Terug naar de uitzending van Zembla. Dit programma poneerde onder meer dat Google de zoekresultaten manipuleert. Even los van de semantische connotatie van het woord manipuleren is dit inderdaad exact de kern van elk zoeksysteem.

Wat de zaak complexer maakt is dat door de enorme populariteit van Google een hoge waardering/ranking economische waarde heeft. Gevolg is dat hierdoor bedrijven vanzelfsprekend trachten de werking van Google te doorgronden om op deze wijze een hogere Google-waardering te verwerven.

Zodra evident wordt dat op deze wijze websites een wel erg hoge ranking krijgen gaat Google zijn waarderingsfuncties dan weer aanpassen om op deze wijze een kwalitatief goed vindresultaat te bewaken.

Een ander punt was dat Google (te) veel van ons zou weten. Als al eerder gezegd maakt Google informatie vindbaar die op internet beschikbaar is. Je kan hoogstens vaststellen dat via internet veel informatie over personen te vinden is en dat Google behoorlijk goed in staat is deze informatie te vinden. Het zijn de organisaties die de informatie op internet plaatsen die de verantwoordelijkheid hiervoor dragen. Dit geldt natuurlijk ook onverkort voor bedrijven die op basis van Google-technologie eigen gegevensverzamelingen publiceren.

Als een ziekenhuis bijvoorbeeld via een Google-applicatie een uniforme zoekmogelijkheid over interne en externe bronnen aan hun gebruikers aanbiedt, dan heeft datzelfde bedrijf zich te houden aan de privacy-wtgeving.

Een verder verwijt was dat Google zijn technologie voor zich probeert te houden c.q. veel patenten probeert te verwerven. Hoewel ik persoonlijk bepaald geen voorstander van softwarepatenten ben, is dit in elk geval in zichzelf niet laakbaar en kan je het Google moeilijk verwijten dat zij als beursgenoteerd bedrijf haar marktwaarde wil behouden, of beter, vergroten. Ook het debat over censurering houdt eigenlijk niet veel meer of minder in dan dat Google bereid is zich te schikken naar lokale wetgevers hetgeen een business-besluit is. Ook hier geldt dat Google een beursgenoteerde onderneming is en dus zijn waarde zal willen vergroten.

Bottomline betekent dit blijkbaar dat wij, als gebruikers, dit geen probleem vinden want we blijven Google gewoon gebruiken.

De betrouwbaarheidsvraag is van dezelfde categorie als “Google weet te veel van ons”.

Google gaat niet over de betrouwbaarheid van internet, maar benut de impliciete waardering van gebruikers als basis voor de waardering. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een krant heeft en neemt Google hier geen verantwoordelijkheid.

Persoonlijk vind ik Google een uitstekende vindomgeving. Door slim van de wisdom of crowds gebruik te maken, is het het bedrijf gelukt om een geautomatiseerde zoekmachine met “humans inside” te bouwen en in de lucht te houden.

Door de economische waarde van het bij Google vindbaar zijn is daarnaast een continue strijd om hoge waarderingen ontstaan, waarbij het mij opvalt dat Google tot nu in staat is blijvend relevante resultaten af te leveren. Wat de feitelijke waarde van de gevonden informatie is dat zal ik, als gebruiker, toch zelf moeten beslissen.

Kortom doe als ik: Google on!
Update: op vrijdag 7 april is in “De leugen regeert” aandacht aan de Zembla uitzending besteed. Ondanks de goede bedoelingen van Herbert van Blankenstein werd ook hier de essentie van Google, namelijk het vindbaar maken wat anderen op Internet zetten weer volledig voorbijgegaan. Een gemiste kans derhalve..

h@nzz © 2006

Filed Under: Future, Google, Internet, Privacy

© 2025 Towards a delicious future. All Rights Reserved.