Vorige week (13 april) heb ik een presentatie gegeven bij de CvI conferentie in Veldhoven. Op de blog van Pierre Gorissen een verslag inclusief podcast.
—
h@nzz/2006
by Hans Pronk
Vorige week (13 april) heb ik een presentatie gegeven bij de CvI conferentie in Veldhoven. Op de blog van Pierre Gorissen een verslag inclusief podcast.
—
h@nzz/2006
by Hans Pronk
NATURALIS HYSTERIA is online. Het is het meest recente kunstproject waarbij ik als onderdeel van het duo Pronk van der Meijden betrokken ben. Het project betreft de vraag hoe in de huidige tijd mythologie kan ontstaan ofwel hoe een nieuwe identiteit zich kan vormen vanuit een combinatie van werkelijkheid en fictie. Kun je je eigen werkelijkheid met behulp van woord en beeld dusdanig manipuleren dat er een nieuwe (gefingeerde?) realiteit ontstaat die niet meer te onderscheiden is van de werkelijke wereld? En hoe kan deze vastgelegd worden in een narratatieve structuur?
Iedereen leeft in een wereld die bestaat uit een mengeling van feit en fictie. De dagelijkse gebeurtenissen om ons heen (microkosmos) worden constant vermengd met gebeurtenissen die zich buiten onze directe omgeving afspelen en via de media, in hoog tempo en in meer of mindere mate gemanipuleerd, tot ons komen (macrokosmos), waardoor het gevoel kan ontstaan in een hysterische wereld te leven. Hierdoor is er niet meer sprake van n realiteit, je bent onderdeel van meerdere realiteiten die zich onbewust mengen met je eigen werkelijkheid. Dit roept onherroepelijk de vraag op wat deze eigen werkelijkheid nu feitelijk is.
Gebeurtenissen/ervaringen uit het dagelijks leven bepalen onze identiteit. Deze komen voornamelijk tot ons in de vorm van woord en beeld. Om deze vaak cryptische boodschappen te kunnen verwerken moeten we deze impulsen kunnen lezen. Verhalen zijn een belangrijk hulpmiddel om dit te duiden, om de dagelijkse werkelijkheid in een gemakkelijke, verteerbare vorm te consumeren. Het helpt de impulsen te filteren, sorteren en hergebruiken om de werkelijkheid te kunnen begrijpen.
Een belangrijk hulpmiddel om onze identiteit daarbij vorm te geven is identificatie; het vermogen om je te kunnen identificeren met andere personages en gebeurtenissen. Het is zowel een manier om een plek te vinden in de huidige mondiale maatschappij als om je identiteit vast te houden. Wie herinnert zich niet waar hij was toen hij hoorde van 911? Een belangrijk keerpunt in de wereldgeschiedenis wordt gekoppeld aan een persoonlijke, vaak triviale gebeurtenis, waardoor deze een ankerpunt wordt in je persoonlijke wereldbeeld.
Uit onderzoek is gebleken dat, ondanks dat we heel goed het onderscheid weten te maken tussen fictie en werkelijkheid, we ook uitstekend in staat zijn om dit doelbewust te onderdrukken. De mens heeft het vermogen om in iets te geloven. Dat geloof ontwikkelt zich ondanks de wetenschap dat iets onecht is. (The Jabbering of Social Life, Michel de Certeau, 1985). Enerzijds hecht men aan feiten, maar anderzijds worden de feiten genegeerd en gemanipuleerd om het verhaal rond te maken. Vraag zes getuigen van een verkeersongeluk later naar de kleur van de auto die het ongeluk veroorzaakte en ze zullen allemaal iets anders zeggen.
De titel van het project is genspireerd op Naturalis Historia, het magnus opum van de encyclopedist Gaius Plinius Secundus die in de eerste eeuw na Chr. leefde. Plinius schreef alles op wat hem interesseerde tijdens zijn speurtocht in de hem omringende wereld. Hij vermengde zijn eigen vondsten en ideen met die van anderen, vergeleek die met elkaar en gaf daar weer een eigen interpretatie aan door middel van persoonlijke en zelfbedachte anekdoten.
Als hoofdpersoon van het project is de fotograaf Manon Thielemans gecreerd. Zij probeert als een moderne encyclopedist door middel van gesprekken met (gedeeltelijk) werkelijke en (gedeeltelijk) verzonnen personages haar plaats in de huidige hysterische wereld te begrijpen en doorgronden. De gesprekken worden geregistreerd, gefilterd, genterpreteerd en vastgelegd in ?herinneringen?. De vertraagde verwerking van deze gegevens leidt tot een gefingeerde werkelijkheid waarbij de grenzen tussen feit en verbeelding onvermijdelijk vervagen maar die voor Manon de enige werkelijkheid is (er is geen waarheid, behalve die waarheid). De echte werkelijkheid is vanzelfsprekend arbitrair en onbekend.
Uit een verzameling van werkelijke en fictieve gegevens, onder andere nieuwsberichten, foto?s, tekeningen en dagboekfragmenten zijn personages, beelden en gesprekken geconstrueerd die leiden tot (een nieuwe/andere) identiteitsvorming. Via de website kunnen de gesprekken met de personages, zowel chronologisch als non-lineair gevolgd worden in woord, beeld (picturale inventarisatie) en geluid (podcasting). Er kunnen eigen doorsneden bepaald worden om bepaalde personages of gebeurtenissen te volgen.
Pronk van der Meijden
NATURALIS HYSTERIA is een project van het kunstenaarsduo Pronk van der Meijden die in hun projecten zaken als waarde, werkelijkheid en manipulatie aan de orde stellen.
Waar bij HAPPINESS 4 YOU manipulatie in de vorm van vraagstelling in hoge mate gehanteerd is om werkelijkheid te creren, lag bij WCCV meer de nadruk op het vaststellen van waarde. Waarde (werkelijkheid) die gecreerd wordt door persoonlijke afbeeldingen van mensen te combineren in c-printen, die gexposeerd werden op wc?s bij kunstinstellingen. De wc’s kregen meer waarde door de aandacht die eraan besteed werd en door de wc-exposities werd het CV van de kunstenaar waardevoller.
Met SUB ROSA is een voortschrijdend collectief virtueel lichaam geconstrueerd dat een afgeleide is van verschillende individuele bijdragen. Het collectieve lichaam wordt gecreerd door de context van de beschouwer en wordt werkelijkheid door hun interactie.
Nieuw bij NATURALIS HYSTERIA is dat het onderzoek naar de werkelijkheid dit keer diep in de wereld van de kunstenaars binnendringt. Zeer persoonlijke ervaringen worden bewust vermengd met publieke informatie, zodat de eigen identiteit in het geding is.
—
h@nzz/2006
by Hans Pronk
Als de mens ergens goed in is, is het het produceren van afval. Bruce Sterling schetst in zijn boek Shaping Things een visonair beeld over de toekomst van ontwerpen. Uitgangspunt: onze huidige wijze van produceren is niet toekomstvast, de wijze waarop we losjes enorme hoeveelheden grondstoffen verbruiken onder achterlating van bergen afval is niet houdbaar naar de toekomst. Ontwerpers van de nieuwe wereld spelen hierbij een belangrijke rol. De toekomst: een Internet of Things, bestaande SPIMES die door Wranglers gehanteerd kunnen worden. Uitkomsten: Ublopia of Otivion!
Mooi boek, must read!
h@nzz/2006
by Hans Pronk
Vraag: Wat heeft bandbreedte/breedband met communicatie te maken? Antwoord: alles, want alle communicatie heeft een drager nodig en hoe hoogwaardiger de communicatie, hoe meer bandbreedte nodig is. Toch hoor je nog geregeld is dat er een kip-ei probleem zou zijn omdat het blijkbaar onhelder is wat de waarde van bandbreedte is en wat je er mee zou kunnen. Als je het verleden als voorspeller van de toekomst neemt zie je dat het tegendeel waar is. Het blijkt overigens wel dat het lastig is je voor te stellen wat deze nieuwe mogelijkheden zijn. Zo ‘vergaten’ de ontwerpers van de oerversie van internet, het toenmalige Arpanet, in eerste instantie de emailfunctionaliteit. Er was wel bedacht dat men op afstand van andere computersystemen gebruik wilde maken en dat men bestanden zou willen verplaatsen, maar email had men een beetje over het hoofd gezien.
Dat was overigens opmerkelijk want als je iets nauwkeuriger kijkt, blijkt dat ongeveer alles wat we vandaag de dag met internet doen al jaren geleden beschreven is. Dat niet alles direct beschikbaar is/werd heeft een andere reden. De reden dat we bijvoorbeeld pas in de 90er jaren van de vorige eeuw over zoiets als het wordwideweb konden beschikken (een concept wat al in de 40er jaren door Vannavar Bush en in de 60er jaren door Ted Nelson beschreven was) kwam doordat computers waarop een browser werkte toen gemeengoed werden en omdat een ondergrens qua bandbreedte bereikt werd die dergelijke systemen nodig hadden.
Er is dus bepaald geen kip-ei probleem, geen oplossing die op een probleem wacht; zodra meer bandbreedte beschikbaar komt geeft dit direct aanleding tot `nieuwe´ toepassingen waardoor de nieuwe grenzen al weer snel bereikt worden. Uiteindelijk geldt hier het aloude adagium “money, sex, storage and bandwidth: only too much is ever enough”. En dit “too much” is voor bandbreedte nog lang niet bereikt..
Om een idee te geven wat voor nieuwe communicatie mogelijk kan worden zou je Neal Stephenson’s Snow Crash en William Gibson’s Neuromancer als voorbeelden kunnen nemen. Het verschijnsel SecondLife is een hedendaagse, door techniek beperkte vorm van de in bovengenoemde boeken beschreven werkelijkheid. Iets dichter bij huis geven projecten in het onderwijs als ExpertOpAfstand een vooruitblik op de kansen die een kwalitatief hoogwaardige communicatie-infrastructuur ons biedt.
Wat deze nieuwe communicatievormen ons uiteindelijk zullen brengen is nog onhelder, maar zoals de mens bepaald wordt door zijn tools, bepaalt nu met name bandbreedte zijn nieuwe mogelijkheden voor communicatie en interactie. Om de functionaliteit van Vannavar Bush’s Memex te kunnen gebruiken hebben we voorlopig nog behoefte aan veel meer. Dit veel meer is overigens net zo hard nodig voor werkelijk hoogwaardig VC gebruik, HD-kwaliteit video en de toenemende hoeveelheid informatiestromen zoals die bijvoorbeeld door allerhande sensoren worden geproduceerd. Het goede nieuws blijft “we ain’t see nothing yet”. Zorg is wel het tempo en de wijze waarop de markt zich ontwikkeld. Het lijkt er op dat er steeds weer allerhande onderzoeken verricht worden naar nut en noodzaak van communicatie-infrastructuren. Mijns inziens staat dit gelijk aan vragen of er behoefte is aan meer goud en zilver. En dat antwoord ken ik al. De latentie bestaat, nu nog activeren. De recente roep van de VVD om een verbod van gemeenteglasnetten kan ik derhalve niet plaatsen. Gemeenten moeten juist de markt opschudden en aanjagen. Als gemeentelijke glasnetten daar aan bijdragen so be it. Ik denk dus dat een en ander juist een actieve rol van de overheid vereist, al was het maar om een en ander te bootstrappen. Pas dan kan de situatie ontstaan dat bandbreedte niet meer de maat der communicatie is.
—
h@nzz/2006
by Hans Pronk
Google wordt in de media in sneltreinvaart van wonderkind naar gevaar voor de samenleving getransponeerd en na Microsoft lijkt ook Google onderdeel geworden te zijn van het Evil Empire. Ook in het televisieprogramma Zembla van 30 maart 2006, onder de titel “Google geheimen”, werd op deze wijze aandacht aan de zoekmachine besteed.
De kernvraag was hier hoeveel Google van ons weet, hoe betrouwbaar de informatie op Google is en of Google´s laatste applicaties een risico voor de privacy zijn, c.q. of Google de wet op de persoongegevens overtreedt. Opmerkelijk was in elk geval dat men zich blijkbaar niet afvroeg wat het wezen van Google is en wat je er derhalve van mag verwachten.
Mijns inziens komt dit hier op neer:
Terug naar de uitzending van Zembla. Dit programma poneerde onder meer dat Google de zoekresultaten manipuleert. Even los van de semantische connotatie van het woord manipuleren is dit inderdaad exact de kern van elk zoeksysteem.
Wat de zaak complexer maakt is dat door de enorme populariteit van Google een hoge waardering/ranking economische waarde heeft. Gevolg is dat hierdoor bedrijven vanzelfsprekend trachten de werking van Google te doorgronden om op deze wijze een hogere Google-waardering te verwerven.
Zodra evident wordt dat op deze wijze websites een wel erg hoge ranking krijgen gaat Google zijn waarderingsfuncties dan weer aanpassen om op deze wijze een kwalitatief goed vindresultaat te bewaken.
Een ander punt was dat Google (te) veel van ons zou weten. Als al eerder gezegd maakt Google informatie vindbaar die op internet beschikbaar is. Je kan hoogstens vaststellen dat via internet veel informatie over personen te vinden is en dat Google behoorlijk goed in staat is deze informatie te vinden. Het zijn de organisaties die de informatie op internet plaatsen die de verantwoordelijkheid hiervoor dragen. Dit geldt natuurlijk ook onverkort voor bedrijven die op basis van Google-technologie eigen gegevensverzamelingen publiceren.
Als een ziekenhuis bijvoorbeeld via een Google-applicatie een uniforme zoekmogelijkheid over interne en externe bronnen aan hun gebruikers aanbiedt, dan heeft datzelfde bedrijf zich te houden aan de privacy-wtgeving.
Een verder verwijt was dat Google zijn technologie voor zich probeert te houden c.q. veel patenten probeert te verwerven. Hoewel ik persoonlijk bepaald geen voorstander van softwarepatenten ben, is dit in elk geval in zichzelf niet laakbaar en kan je het Google moeilijk verwijten dat zij als beursgenoteerd bedrijf haar marktwaarde wil behouden, of beter, vergroten. Ook het debat over censurering houdt eigenlijk niet veel meer of minder in dan dat Google bereid is zich te schikken naar lokale wetgevers hetgeen een business-besluit is. Ook hier geldt dat Google een beursgenoteerde onderneming is en dus zijn waarde zal willen vergroten.
Bottomline betekent dit blijkbaar dat wij, als gebruikers, dit geen probleem vinden want we blijven Google gewoon gebruiken.
De betrouwbaarheidsvraag is van dezelfde categorie als “Google weet te veel van ons”.
Google gaat niet over de betrouwbaarheid van internet, maar benut de impliciete waardering van gebruikers als basis voor de waardering. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een krant heeft en neemt Google hier geen verantwoordelijkheid.
Persoonlijk vind ik Google een uitstekende vindomgeving. Door slim van de wisdom of crowds gebruik te maken, is het het bedrijf gelukt om een geautomatiseerde zoekmachine met “humans inside” te bouwen en in de lucht te houden.
Door de economische waarde van het bij Google vindbaar zijn is daarnaast een continue strijd om hoge waarderingen ontstaan, waarbij het mij opvalt dat Google tot nu in staat is blijvend relevante resultaten af te leveren. Wat de feitelijke waarde van de gevonden informatie is dat zal ik, als gebruiker, toch zelf moeten beslissen.
Kortom doe als ik: Google on!
Update: op vrijdag 7 april is in “De leugen regeert” aandacht aan de Zembla uitzending besteed. Ondanks de goede bedoelingen van Herbert van Blankenstein werd ook hier de essentie van Google, namelijk het vindbaar maken wat anderen op Internet zetten weer volledig voorbijgegaan. Een gemiste kans derhalve..
h@nzz © 2006
by Hans Pronk
Rails devotees opgelet… Gluttonous is een website/weblog met veel intel over Ruby on Rails zoals ondermeer een guide to Rails for designers, Rails en testen, Rails Best Practices, Tips en Tricks, migratie etc. etc… De auteur is Kevin Clark, programmeur bij Mingle en evident een Rails devotee.
BTW: voor wie het nog niet wist: Ruby is een programmeertaal en Ruby on Rails is het framework dat het mogelijk maakt snel en efficient interactieve/dynamische websites te maken.
—
h@nzz/2006