• Skip to primary navigation
  • Skip to main content

Towards a delicious future

  • home
  • about me
  • lost&found
  • login
  • sitesenkit
  • about

Hans Pronk

A must-see: Daniel Pink en waarom geld er eigenlijk niet toe doet

10/08/2010 by Hans Pronk

Voor iedereen die – net als ik – enthousiast wordt van Daniel Pink's boeken zoals A Whole New Mind (hier een interview over dit boek) en, meer recent Johny Bunko, is onderstaande prachtige animatie een must-see. Pink hield begin dit jaar voor de RSA* een presentatie naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek "Drive: The Surprising Truth About What Motivates Us", ofwel: wat drijft ons in het leven? Dat is, in tegenstelling tot wat algemeen aangenomen wordt, dus niet met name geld. Voldoende geld blijkt wel een voorwaarde maar is niet de sleutel tot topprestaties. Ik ben het overigens niet in alles met Pink eens. Ik twijfel met name aan zijn stelling dat zijn bevindingen zouden indruisen tegen de economische theorieën/wetten. Het lijkt me juist een mooi voorbeeld van afnemend grensnut, maar dat terzijde. Op basis van deze presentatie is onderstaande animatie gemaakt die het verhaal in zo'n 10 minuten prachtig samenvat. Als gezegd: een must-see!

* RSA als in de Royal Society for the encouragement of Arts, Manufactures and Commerce, en dus niet Rivest, Shamir and Adleman.

Met dank aan Rogier voor de link!

Filed Under: Boeken, Conferenties, Filosofie

Free: a blast from the Future

21/07/2010 by Hans Pronk

Everything flows, nothing stands still1
Het fascinerende van veel technologische vernieuwingen is dat ze, naast de directe wow-factor van de techniek zelf, vaak leiden tot verstoringen – of misschien beter veranderingen – van de tot dan geldende aannames onder (business) modellen, markten, economieën en schijnbaar natuurlijke evenwichten. Zaken die onmogelijk leken worden toch mogelijk, en dan vaak in een tempo en op zoveel gebieden tegelijk dat de gevolgen van de combinaties van elkaar versterkende vernieuwingen nauwelijks nog te bevatten, laat staan te voorspellen zijn.

Moore’s Law
Al in 1965 formuleerde Gordon Moore, mede oprichter van Intel, de naar hem vernoemde Moore’s Law. Hij constateerde toen dat de rekenkracht van chips elke 18 maanden verdubbelde bij gelijkblijvende kosten. Destijds voorspelde hij dat dit nog zeker 10 jaar zou voortduren. Intussen weten we dat de verdubbellingstijd is teruggelopen tot 1 jaar en belangrijker, dat de wet nog steeds opgaat. Moore’s Law betekent dat de belangrijkste ICT ‘productiefactoren’ (opslagruimte, computerkracht en bandbreedte) ieder jaar halveren in prijs c.q. verdubbelen in capaciteit. In vijf jaar betekent dit een factor 32, in tien jaar zelfs een factor 1024! En de wet geldt al voor alle drie de terreinen apart, laat staan als naar het geheel gekeken wordt.

Gordon Moore

Deze voortdurende gigantische verbetering van de prijs/capaciteit verhouding – of eigenlijk de voortdurende prijs-erosie – maken de huidige innovaties op het internet mogelijk. De kosten van het aanbieden van producten en diensten via internet zijn zeer laag geworden. Daarbij komt nog dat het qua kosten niet veel uitmaakt of een site veel of weinig bezoekers trekt, de marginale kosten tenderen dus naar nul. In de traditionele economie was dit tot nu toe vrijwel nooit het geval en de daar vigerende businessmodellen voorzien hier derhalve niet in. Gevolg is dat er nu veel geëxperimenteerd wordt met nieuwe modellen waarbij een sterke asymmetrie bestaat tussen kosten en opbrengsten e.g. de “normale” relatie tussen kosten en opbrengsten verdwijnt. Voor de klanten lijkt het gebruik gratis waarbij het geld dus op een andere wijze verdiend wordt.

The Long Tail
Anderson’s boek “The ‘Long Tail” beschreef al hoe door technologische innovatie en hiermee gepaard gaande kostendaling de tot dan geldende economische waarheden onwaar kunnen worden. In de Long Tail gaat het specifiek om radicale verandering in de zoekkosten en de opslag & distributiekosten. Waar deze kosten de markt bepalen is de impact van een radicale verandering daarin vanzelfsprekend groot, met de onvermijdelijke aanpassing van de markt, meestal in weerwil van wanhopig verzet van gevestigde marktpartijen.

Voorbeelden hiervan worden volop gevonden in de mediawereld. In de muziekindustrie, de traditionele media (kranten en deels tijdschriften), de televisiewereld en ook in de filmindustrie zijn de effecten van de digitalisering van media op o.a. opslag en distributiekosten enorm, zeker in combinatie met ubiquitous Internettoegang die altijd en overal zoeken met elk device mogelijk maakt.

Cover longtail

In de muziekindustrie kan je vaststellen dat steeds meer mensen muziek al dan niet legaal gratis downloaden. Wel betaalt men dan zonder morren voor een concert van een artiest. Het is dus niet zo dat we nergens voor willen betalen, we willen alleen het gevoel hebben dat wat we betalen een redelijke prijs is voor de geleverde tegenprestatie. En een extra kopie van een set mp3 bestanden kost de artiest niets, de kosten voor opslagruimte en bandbreedte dragen we zelf en/of zijn verwaarloosbaar. Als hiervoor een bedrag gevraagd wordt dat naar ons gevoel niet “klopt” dan wijkt men massaal probleemloos uit naar een alternatief bijvoorbeeld illegale downloads. Een live concert van een artiest heeft echter een andere waarde, zo  betaalt men rustig honderden euro’s voor een concertkaartje. Een mooi voorbeeld is het optreden van een groep als U2 in Moskou, die daar amper CD’s verkoopt maar daar wel volle zalen trekt. Het zakelijk model wordt hierdoor wel heel anders en dat gevestigde platenlabels protesteren tegen deze marginalisering van hun rol is heel begrijpelijk, alleen niet erg zinvol.

Kostenopbouw
Als we naar de kostenopbouw van veel (traditionele) producten kijken blijkt dat de intrinsieke kosten meestal slechts een fractie van de totale kosten vertegenwoordigen. De kosten van de krant zitten niet in het fysieke stuk papier wat je uiteindelijk in je handen houdt maar is een optelsom van het bezitten en exploiteren van een
print-faciliteit, het transport van de gedrukte kranten, het bezit van een netwerk van fotografen en verslaggevers, etc. Een krant als de New York Times kan van de druk- en transportkosten van een paar maanden al haar abonnees een e-reader geven. Vanaf dat moment zouden deze kosten naar nul tenderen waardoor de totale kosten met meer dan 50% zouden dalen waardoor de prijs van de krant significant verlaagd
zou kunnen worden. Dit nog los van alle ecologische opbrengsten waarvan de kosten meestal niet eens ingeprijsd zijn.

Free

A Free Lunch?
Het business concept ‘Free’ waarbij producten en diensten optisch gratis aangeboden worden is een steeds gebruikelijker model aan het worden. En het blijft daarbij niet bij
gratis alleen: er zijn al aanbieders van gratis diensten die online samenwerken mogelijk maken op een manier die veel betaalde producten niet kunnen matchen.  Het sluit goed aan bij de belevingswereld en het verwachtingspatroon van de doorsnee
internetgebruiker. In de digitale wereld zijn namelijk de marginale kosten van producten vaak vrijwel nihil en vinden gebruikers terecht dat dit in de prijs van de producten gereflecteerd moet worden. Dit nieuwe businessmodel geeft overigens veel mensen wel een contra-intuïtief gevoel: hoe kan dit? Is er sprake van een vorm van bedrog?

Want uiteindelijk is niets echt ‘gratis’ natuurlijk. Het is ook niet zo dat niet betaald wordt voor dergelijke diensten. Uiteindelijk moet er geld verdiend worden. Soms betaalt een gebruiker voor uitbreidingen en extra’s op de standaard dienst. Vaak worden advertenties getoond gerelateerd aan de diensten of de getoonde content. Andere bedrijven hopen dat je, gewend aan de online producten, alsnog zult besluiten de desktop producten aan te schaffen om over extra functionaliteit te kunnen beschikken.

Hoe dit afloopt…
De uiteindelijke vraag is hoe en wanneer op basis van de technologische veranderingen de economische herschikking plaats zal vinden in de verschillende markten. Dat deze herschikking komen gaat is hierbij de enige zekerheid. Een bijkomende vraag is wie daarbij het voortouw zal nemen. Tot nu lijkt het er op dat de gevestigde krachten in markten zo gevangen zitten in hun oude denken dat ze niet in staat zijn de gevolgen van technologische en de daarbij behorende economische veranderingen te voorzien. Als er iets gebeurt is het of een bottom-up verandering die door de eindgebruikers zelf ingezet wordt ofwel een nieuwkomer in de markt die de verhoudingen op zijn kop zet.

Blast

Gevolgen voor de overheid?
Deze door technologie ingezette veranderingen in het “bedrijfsleven at large” zullen op termijn natuurlijk ook een grote impact hebben op het publieke deel van onze samenleving. Ook de overheid, gezondheidszorg en onderwijs gaan veranderingen tegemoet die we ons nog niet eens kunnen voorstellen. Het verschil met het bedrijfsleven is wel dat de kans dat nieuwkomers de introductie van deze veranderingen feitelijk zullen afdwingen veel bescheidener is. Bedrijven die dit niet kunnen bijbenen verdwijnen vanzelf, overheden die achterblijven niet. Dat is ergens ook logisch: als een bedrijf failleert omdat het verkeerde keuzes maakt is dat natuurlijk zeer pijnlijk voor alle rechtstreeks betrokkenen, echter bij verkeerde – of erger geen – keuzes door de overheid hebben we allemaal een groot probleem. Zoals Winston Churchill riep: ‘There is nothing wrong with change, if it is in the right direction’.

Onderzoek gewenst
Daarom is het belangrijk om te weten welke ontwikkelingen relevant zijn voor publieke organisaties, waar de kansen liggen en voor ons het belangrijkste: hoe de publieke zaak van deze onontkoombare veranderingen profiteren kan. En het is om deze reden dat we vanuit Kennisnet een onderzoek gestart zijn met betrekking tot dit onderwerp.

De focus van het onderzoek is een aantal relevante delen van het onderwijs die volop te maken hebben/krijgen met de geschetste effecten zoals de productie van (digitaal) leermateriaal en de aanbieders en gebruikers van ICT infrastructuur producten en diensten in de brede zin des woords. Het uiteindelijk doel is het onderwijs handvatten aan te reiken opdat ook daar het maximale rendement uit de kansen die deze veranderingen brengen gehaald kan worden.

—
Dit artikel is een coproductie  in het kader van het onderzoek naar “Free” van hans pronk & michael van wetering, cto stichting kennisnet /© 2010

1 Heraclitus

Filed Under: Future, Onderwijs, Web 2.0 Tagged With: business models, disruptive technology, economics, education, free, ict production factors

l’Histoire se répète: de Chappe Telegraph in Saint-Marcan

20/06/2010 by Hans Pronk

Telegraph Chappe

In het Franse plaatsje Saint-Marcan in de Franse provincie Bretagne bevindt zich een van de weinige nog bestaande voorbeelden van een Chappe Telegraph. Het systeem van ‘Telegraphs’ was een van de eerste voorbeelden van een generieke telecommunicatie-infrastructuur. De Telgraph of “ver-schrijver” werd tussen 1790 en 1870 door de Franse overheid intensief gebruikt voor de onderlinge communicatie. Het systeem gold in zijn tijd  als revolutionair vanwege de enorme snelheid waarmee berichten verstuurd konden worden. Waar een bericht via koeriers te paard zo’n 15 km per uur kon afleggen konden nu boodschappen met snelheden van meer dan 1200 km per uur verzonden worden. Napoleon zag de mogelijkheden ervan snel in; hij gebruikte het met name voor de coördinatie van zijn troepen. Het wordt daarom ook wel Napoleon’s geheime wapen genoemd.

Kaart Telegraph

De Chappe Telegraph was dus (een van) de eerste generieke communicatiesystemen. De onderliggende principes waren simpel. De verschillende verbindingen bestonden uit een groot aantal communicatietorens die zodanig opgesteld waren dat ze zicht hadden op zowel de vorige als de volgende toren in de reeks. Op de toren waren een soort seinarmen bevestigd die in een aantal standen gezet konden worden. Op deze wijze kon een ‘alfabet’ van 92 karakters plus een aantal speciale tekens (start-bericht, stop-bericht etc) verzonden worden.

Chappe CodeOm de integriteit van de berichtenstroom te waarborgen kenden de operateurs, of bedieners van de torens  alleen de numerieke betekenis van de berichten, de semantische betekenis was alleen bij de uiteinden van de keten bekend. Door slim gebruik te maken van codeboeken was het uiteindelijk mogelijk snelheden van meer dan 1200 km/uur te bereiken. Toch kende het systeem een aantal gebreken die inherent waren aan de toenmalige mogelijkheden van de techniek. Bij nacht maar ook bij mist of hevige regenval konden de torens elkaar niet zien en was communicatie onmogelijk. Hierdoor werd de terugkeer van Napoleon zodanig laat gemeld dat onderschepping niet meer mogelijk was. Er zijn wel pogingen ondernomen om in mist-gebieden het systeem minder afhankelijk te maken van weersinvloeden door routes dubbel uit te voeren maar het bleef uiteindelijk een beperkt inzetbaar systeem.Toen dan ook zo halverwege de 18e eeuw ontdekt werd hoe men stroomsignalen op betrouwbare wijze en over voldoende grote afstanden kon verzenden werden de Chappe Telegraphs al snel overbodig en door de elektrische telegrafie verdrongen.  De optische telegraaf gaf de potentie van een generieke berichten-infrastructuur aan, de vervanging van het optische pad door een elektrisch pad halverwege de 19e eeuw verlaagde vervolgens de kosten en verhoogde de betrouwbaarheid ervan zodanig dat ook niet-overheden zich een dergelijke infrastructuur konden veroorloven1. Analoog aan de huidige ontwikkelingen rondom de (informatie) technologie stonden, op dit moment doordat erosie van de kostprijs het middel ineens bereikbaar maakte voor grotere gebruikersgroepen, veel (economische) waarheden en uitgangspunten ineens sterk onder druk.

Detail Semafoor

Uiteindelijk is er nu van het alleen al in Frankrijk meer dan 5000 km lange netwerk weinig meer over. Het was derhalve een aangename verrassing op een heuvel in Bretagne een mooi gerestaureerd exemplaar aan te treffen.

hnzz/2010
—
1
Het is overigens wel grappig om vast te stellen dat de volgende grote doorbraak, de huidige glasvezelnetwerken, een terugkeer naar het optische pad betekende.

Filed Under: Communicatie, Geschiedenis

Eens een Zoetermeerder…

15/03/2010 by Hans Pronk

Hoeveel bandbreedte hebben internetgebruikers nu eigenlijk nodig? Het standaard antwoord op deze vraag luidt al jaren “breedband” wat dat dan ook betekenen mag. Vervolgvraag is dan natuurlijk of de voorzieningen zoals die nu beschikbaar zijn zodanig breedbandig zijn dat we het doel bereikt hebben. Mijn antwoord is dan meestal negatief.  Bij de aanschaf van
elektrische apparatuur vraag je je toch ook nooit af of het elektriciteitsnet voldoende capaciteit heeft om welk apparaat in huis dan ook van voldoende spanning te voorzien? En zolang  dit niet voor bandbreedte geldt is de internetcapaciteit dus onvoldoende.

Een van de steden die met betrekking tot deze bandbreedte altijd grote ambities had is de gemeente Zoetermeer. Deze gemeente streeft al jaren een toppositie na, met het “Gigameer”-project als een van de concrete resultaten op dit gebied. Ik was dan ook erg verbaasd toen ik hoorde dat wethouder Emmens nu besloten heeft dat de huidige voorzieningen ineens goed genoeg zijn. En daar gaan je mooie ambities dan… Hopelijk kan het nieuw te vormen college weer meer inhoud aan de ICT-ambities van Zoetermeer geven. Al kom ik er niet dagelijks meer, ik blijf toch altijd een beetje Zoetermeerder :-).

hnzz

Knipsel AD 8-3-2010

Filed Under: Breedband, Internet, Overheid

RikEnIk

21/04/2009 by Hans Pronk

Op het feestje ter gelegenheid van mijn vertrek bij VKA verzorgden de Haagse muzikanten Rob Sprinkhuizen en Rik Fennis ofwel het duo RikEnIk de muziek. Omdat de muzikale uitsmijter in het GEM niet helemaal uit de verf kwam – ze moesten namelijk fluisterzacht spelen – hebben ze voor mij deze opname gemaakt.

Ik kreeg verder nogal wat vragen over de muzikanten dus daarom nog maar een keer: als je de heren wilt boeken moet je een email naar [email protected] sturen of even op hun MySpace pagina kijken.

Filed Under: Whatever

Mediafestival ‘Het Geheugenhuis’

20/04/2009 by Hans Pronk

BrainBinnen het project “Naturalis Hysteria” houd ik me in de context van mijn Pronk van der Meijden / 2GODS activiteiten al jaren bezig met de relatie tussen verhalen, herinneringen en identiteit, alsmede de wijze waarop je herinneringen bewust of onbewust kan manipuleren. Omdat dit ook het onderwerp was van het eendaagse mediafestival “Het Geheugenhuis” zijn we afgelopen zaterdag naar pakhuis De Zwijger getogen om ons op de hoogte te stellen van de state of the art op dit gebied. Het programma kende een aantal coryfeeën op het gebied van geschiedenis en hersen- en geheugenonderzoek en wilde inzicht geven in relevante maatschappelijke, culturele en technologische ontwikkelingen. Het festival had de ambitie inzicht te geven in de werking van het geheugen, het belang
van persoonlijke en collectieve herinneringen én de rol van wetenschap,
(beeldende) kunst, literatuur, theater, nieuwe media en
mediatechnologie.

Al met al was het een geslaagd gebeuren. Met name de meer plenaire bijdragen van Douwe Draaisma en Erik Scherder waren waardevol terwijl ook de door Ruben Maes geleide debatten tot verdieping/overdenking opriepen. Ook de indrukwekkende persoonlijke “kleine verhalen” (van het seminar Kleine verhalen, grote geschiedenis), zoals dat van een Palenstijnse vluchteling (zie ook vertrokkengezichten.net) maakten veel indruk. Wel viel op dat de “experts” nog wel erg in hun ivoren toren vertoeven en “professionele geschiedschrijving op basis van formele regels” als het grootste goed beschouwen en toch met een zeker dedain neerkijken op het user-generated gebeuren. En hoewel de nogal ambitieuze doelstelling niet geheel waargemaakt werd hebben we onze kennis op het gebied van geheugen, verhalen, identiteit en herinnering verder kunnen verdiepen.

Drain Een van de meer opmerkelijke opgedane inzichten daarbij was dat, hoewel het onthouden een moeilijk stuurbaar proces betreft, met name het geforceerd
vergeten van herinneringen eigenlijk onmogelijk is en dat dit nu juist als zeer gewenst gezien wordt.

Jammer was wel dat de publieksparticipatie toch erg beperkt bleef en dat het  door het grote aantal parallelsessies vaak lastig was een keuze uit het aanbod te maken. Ook met name de technologische ontwikkelingen op dit gebied bleven relatief onderbelicht. De prachtige muziek  van Nello Mirando kwam door de gekozen setting – hij speelde in een zaal waar voortdurend mensen inliepen/uitliepen/discussieerden – slecht tot zijn recht. En dat was jammer.

NB: De verschillende bijdragen, lezingen en debatten zijn overigens allemaal op video vastgelegd en worden straks online raadpleegbaar via de website.

Filed Under: Filosofie

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 10
  • Page 11
  • Page 12
  • Page 13
  • Page 14
  • Interim pages omitted …
  • Page 23
  • Go to Next Page »

© 2025 Towards a delicious future. All Rights Reserved.