• Skip to primary navigation
  • Skip to main content

Towards a delicious future

  • home
  • about me
  • lost&found
  • login
  • sitesenkit
  • about

Web 2.0

Free: a blast from the Future

21/07/2010 by Hans Pronk

Everything flows, nothing stands still1
Het fascinerende van veel technologische vernieuwingen is dat ze, naast de directe wow-factor van de techniek zelf, vaak leiden tot verstoringen – of misschien beter veranderingen – van de tot dan geldende aannames onder (business) modellen, markten, economieën en schijnbaar natuurlijke evenwichten. Zaken die onmogelijk leken worden toch mogelijk, en dan vaak in een tempo en op zoveel gebieden tegelijk dat de gevolgen van de combinaties van elkaar versterkende vernieuwingen nauwelijks nog te bevatten, laat staan te voorspellen zijn.

Moore’s Law
Al in 1965 formuleerde Gordon Moore, mede oprichter van Intel, de naar hem vernoemde Moore’s Law. Hij constateerde toen dat de rekenkracht van chips elke 18 maanden verdubbelde bij gelijkblijvende kosten. Destijds voorspelde hij dat dit nog zeker 10 jaar zou voortduren. Intussen weten we dat de verdubbellingstijd is teruggelopen tot 1 jaar en belangrijker, dat de wet nog steeds opgaat. Moore’s Law betekent dat de belangrijkste ICT ‘productiefactoren’ (opslagruimte, computerkracht en bandbreedte) ieder jaar halveren in prijs c.q. verdubbelen in capaciteit. In vijf jaar betekent dit een factor 32, in tien jaar zelfs een factor 1024! En de wet geldt al voor alle drie de terreinen apart, laat staan als naar het geheel gekeken wordt.

Gordon Moore

Deze voortdurende gigantische verbetering van de prijs/capaciteit verhouding – of eigenlijk de voortdurende prijs-erosie – maken de huidige innovaties op het internet mogelijk. De kosten van het aanbieden van producten en diensten via internet zijn zeer laag geworden. Daarbij komt nog dat het qua kosten niet veel uitmaakt of een site veel of weinig bezoekers trekt, de marginale kosten tenderen dus naar nul. In de traditionele economie was dit tot nu toe vrijwel nooit het geval en de daar vigerende businessmodellen voorzien hier derhalve niet in. Gevolg is dat er nu veel geëxperimenteerd wordt met nieuwe modellen waarbij een sterke asymmetrie bestaat tussen kosten en opbrengsten e.g. de “normale” relatie tussen kosten en opbrengsten verdwijnt. Voor de klanten lijkt het gebruik gratis waarbij het geld dus op een andere wijze verdiend wordt.

The Long Tail
Anderson’s boek “The ‘Long Tail” beschreef al hoe door technologische innovatie en hiermee gepaard gaande kostendaling de tot dan geldende economische waarheden onwaar kunnen worden. In de Long Tail gaat het specifiek om radicale verandering in de zoekkosten en de opslag & distributiekosten. Waar deze kosten de markt bepalen is de impact van een radicale verandering daarin vanzelfsprekend groot, met de onvermijdelijke aanpassing van de markt, meestal in weerwil van wanhopig verzet van gevestigde marktpartijen.

Voorbeelden hiervan worden volop gevonden in de mediawereld. In de muziekindustrie, de traditionele media (kranten en deels tijdschriften), de televisiewereld en ook in de filmindustrie zijn de effecten van de digitalisering van media op o.a. opslag en distributiekosten enorm, zeker in combinatie met ubiquitous Internettoegang die altijd en overal zoeken met elk device mogelijk maakt.

Cover longtail

In de muziekindustrie kan je vaststellen dat steeds meer mensen muziek al dan niet legaal gratis downloaden. Wel betaalt men dan zonder morren voor een concert van een artiest. Het is dus niet zo dat we nergens voor willen betalen, we willen alleen het gevoel hebben dat wat we betalen een redelijke prijs is voor de geleverde tegenprestatie. En een extra kopie van een set mp3 bestanden kost de artiest niets, de kosten voor opslagruimte en bandbreedte dragen we zelf en/of zijn verwaarloosbaar. Als hiervoor een bedrag gevraagd wordt dat naar ons gevoel niet “klopt” dan wijkt men massaal probleemloos uit naar een alternatief bijvoorbeeld illegale downloads. Een live concert van een artiest heeft echter een andere waarde, zo  betaalt men rustig honderden euro’s voor een concertkaartje. Een mooi voorbeeld is het optreden van een groep als U2 in Moskou, die daar amper CD’s verkoopt maar daar wel volle zalen trekt. Het zakelijk model wordt hierdoor wel heel anders en dat gevestigde platenlabels protesteren tegen deze marginalisering van hun rol is heel begrijpelijk, alleen niet erg zinvol.

Kostenopbouw
Als we naar de kostenopbouw van veel (traditionele) producten kijken blijkt dat de intrinsieke kosten meestal slechts een fractie van de totale kosten vertegenwoordigen. De kosten van de krant zitten niet in het fysieke stuk papier wat je uiteindelijk in je handen houdt maar is een optelsom van het bezitten en exploiteren van een
print-faciliteit, het transport van de gedrukte kranten, het bezit van een netwerk van fotografen en verslaggevers, etc. Een krant als de New York Times kan van de druk- en transportkosten van een paar maanden al haar abonnees een e-reader geven. Vanaf dat moment zouden deze kosten naar nul tenderen waardoor de totale kosten met meer dan 50% zouden dalen waardoor de prijs van de krant significant verlaagd
zou kunnen worden. Dit nog los van alle ecologische opbrengsten waarvan de kosten meestal niet eens ingeprijsd zijn.

Free

A Free Lunch?
Het business concept ‘Free’ waarbij producten en diensten optisch gratis aangeboden worden is een steeds gebruikelijker model aan het worden. En het blijft daarbij niet bij
gratis alleen: er zijn al aanbieders van gratis diensten die online samenwerken mogelijk maken op een manier die veel betaalde producten niet kunnen matchen.  Het sluit goed aan bij de belevingswereld en het verwachtingspatroon van de doorsnee
internetgebruiker. In de digitale wereld zijn namelijk de marginale kosten van producten vaak vrijwel nihil en vinden gebruikers terecht dat dit in de prijs van de producten gereflecteerd moet worden. Dit nieuwe businessmodel geeft overigens veel mensen wel een contra-intuïtief gevoel: hoe kan dit? Is er sprake van een vorm van bedrog?

Want uiteindelijk is niets echt ‘gratis’ natuurlijk. Het is ook niet zo dat niet betaald wordt voor dergelijke diensten. Uiteindelijk moet er geld verdiend worden. Soms betaalt een gebruiker voor uitbreidingen en extra’s op de standaard dienst. Vaak worden advertenties getoond gerelateerd aan de diensten of de getoonde content. Andere bedrijven hopen dat je, gewend aan de online producten, alsnog zult besluiten de desktop producten aan te schaffen om over extra functionaliteit te kunnen beschikken.

Hoe dit afloopt…
De uiteindelijke vraag is hoe en wanneer op basis van de technologische veranderingen de economische herschikking plaats zal vinden in de verschillende markten. Dat deze herschikking komen gaat is hierbij de enige zekerheid. Een bijkomende vraag is wie daarbij het voortouw zal nemen. Tot nu lijkt het er op dat de gevestigde krachten in markten zo gevangen zitten in hun oude denken dat ze niet in staat zijn de gevolgen van technologische en de daarbij behorende economische veranderingen te voorzien. Als er iets gebeurt is het of een bottom-up verandering die door de eindgebruikers zelf ingezet wordt ofwel een nieuwkomer in de markt die de verhoudingen op zijn kop zet.

Blast

Gevolgen voor de overheid?
Deze door technologie ingezette veranderingen in het “bedrijfsleven at large” zullen op termijn natuurlijk ook een grote impact hebben op het publieke deel van onze samenleving. Ook de overheid, gezondheidszorg en onderwijs gaan veranderingen tegemoet die we ons nog niet eens kunnen voorstellen. Het verschil met het bedrijfsleven is wel dat de kans dat nieuwkomers de introductie van deze veranderingen feitelijk zullen afdwingen veel bescheidener is. Bedrijven die dit niet kunnen bijbenen verdwijnen vanzelf, overheden die achterblijven niet. Dat is ergens ook logisch: als een bedrijf failleert omdat het verkeerde keuzes maakt is dat natuurlijk zeer pijnlijk voor alle rechtstreeks betrokkenen, echter bij verkeerde – of erger geen – keuzes door de overheid hebben we allemaal een groot probleem. Zoals Winston Churchill riep: ‘There is nothing wrong with change, if it is in the right direction’.

Onderzoek gewenst
Daarom is het belangrijk om te weten welke ontwikkelingen relevant zijn voor publieke organisaties, waar de kansen liggen en voor ons het belangrijkste: hoe de publieke zaak van deze onontkoombare veranderingen profiteren kan. En het is om deze reden dat we vanuit Kennisnet een onderzoek gestart zijn met betrekking tot dit onderwerp.

De focus van het onderzoek is een aantal relevante delen van het onderwijs die volop te maken hebben/krijgen met de geschetste effecten zoals de productie van (digitaal) leermateriaal en de aanbieders en gebruikers van ICT infrastructuur producten en diensten in de brede zin des woords. Het uiteindelijk doel is het onderwijs handvatten aan te reiken opdat ook daar het maximale rendement uit de kansen die deze veranderingen brengen gehaald kan worden.

—
Dit artikel is een coproductie  in het kader van het onderzoek naar “Free” van hans pronk & michael van wetering, cto stichting kennisnet /© 2010

1 Heraclitus

Filed Under: Future, Onderwijs, Web 2.0 Tagged With: business models, disruptive technology, economics, education, free, ict production factors

TheNextWeb2009 conference

20/04/2009 by Hans Pronk

Logotnw

De TheNextWeb2009 conference ligt weer achter ons : drie dagen presentaties, demo's, parties en meer… Dit jaar geen nieuwe baanbrekende ontwikkelingen. Geen revolutie maar evolutie, e.g. geen groot nieuws… de cloud is the way to go, twitter rulez en de era van het individu is aangebroken maar DAT wisten we al.. In de productensfeer een aantal (wel al bekende) mooie producten gezien zoals  "My Name Is E" en Prezi.

De verdict: The Next Web is een goede conferentie die – met wat meer aandacht – zelfs uitstekend zou kunnen worden. Ik ga overigens hier zeker niet proberen de conferentie zelf te "verslaan", uiteindelijk staan hier (thenextweb) en hier (contentgirls) al voldoende mooie overzichten van de verschillende (blog)verslagen van The Next Web.

Keen

foto DailyM

Wat vond ik goed
Een aantal indrukwekkende sprekers waarvan Andrew Keen – even los wat ik inhoudelijk van hem vind – de meeste indruk maakte. Daarnaast maakte de presentaties van  Jeff Jarvis, Werner Vogels, Bradley Horowitz, Chris Sacca en Khris Loux veel indruk! Allemaal mensen met een verhaal, een visie en het vermogen dit uit te dragen. En natuurlijk ook memorabel: de handstand van @Hermioneway en het twitter-commentaar van contentgirl Xaviera Ringeling.

Hermoine

Wat vond ik minder
Met name het aantal (product)presentaties in de Next Startup wedstrijd, of beter de kwaliteit daarvan. Misschien is het een idee om de volgende keer de dames/heren presentatoren een workshop presenteren of coaching op dit gebied cadeau te geven als onderdeel van de package. Nu was het vaak te onduidelijk wat het product was, welk probleem er opgelost wordt, etc. Jammer, zeker gezien de grote hoeveelheid tijd en energie de deelnemers zich zichtbaar getroost hadden… Een andere teleurstelling was de presentatie van Matt Mullenweg: een verzameling platitudes zonder – althans voor mij – herkenbare samenhang. Meer algemeen had ik vaak het gevoel dat de presentaties best specifieker en diepgaander hadden gemogen. Zo was de presentatie van Eric Meyer bijvoorbeeld nu toch te technisch voor de niet-techneuten maar weer te oppervlakkig voor de rest.

Meyer

Al met al 3 goedbesteedde, leuke en inhoudsvolle dagen en ik hoop volgend jaar bij TheNextWeb2010 een nog betere belevenis te hebben.

Filed Under: Conferenties, Internet, Social software, Web 2.0 Tagged With: TNW

Taal en Rekenen = D8TN! SNPPI?

11/11/2008 by Hans Pronk

“De jeugd wordt steeds slechter in taal en rekenen. Sinds de invoering van nieuwe onderwijsmethoden gaat de kwaliteit steeds verder achteruit. Nieuwe onderwijsmethoden zouden eerst goed beproefd moeten worden!”. Quote/Unquote de meeste critici over het ‘nieuwe’ onderwijs.
Maar laten we die ‘evidence based’ redenatie dan ook loslaten op de analyse van de oorzaak van de teruglopende kwaliteit. Zou het niet heel goed kunnen zijn dat jongeren gewoon niet meer zo overtuigd zijn van het nut taal te leren op een manier waarbij de nadruk o.a. ligt op netjes aan elkaar schrijven? Terwijl ze vrijwel niets meer schrijven met een pen… en dan overigens zelden hele woorden gebruiken… laat staan lidwoorden, hoofdletters, punctuatie, etc. En dat in een wereld die in toenemende mate door andere communicatie beheerst wordt?
Slam poet Rives illustreert in onderstaande korte video een prachtig sprookje in ‘moderne taal’:

Nu is dit geen pleidooi om jongeren maar niet meer te leren lezen, schrijven of spellen. Onze veronderstelling is immers evenmin onderzocht 😉 We doen jongeren echter zondermeer te kort als we Taal niet breder beschouwen in de context van de platte 2.0 wereld. Het doel van taalonderwijs is kinderen communicatievaardigheden aan te leren. Tot enkele decennia geleden kwam dat inderdaad neer op het lezen (consumeren) en schrijven (produceren) van schriftelijk vastgelegde informatie. Het schrift was uiteindelijk tot voor kort de enige manier om sowieso kennis overdraagbaar te maken. In het huidige professionele leven is dat nog steeds van belang maar evenzo geldt dat voor het consumeren en produceren van audio en video informatie. Steeds belangrijker ook wordt de vaardigheid jezelf of je werk te kunnen presenteren in het medium dat past bij je communicatie doel. Laten we Taal, de enigszins gedateerde implementatie van communicatie, dan ook niet te snel als leidend accepteren.

Voor rekenen geldt iets soortgelijks: jongeren beschikken vanaf steeds jongere leeftijd over een telefoon die veel krachtiger is dan de eerste personal computer die wij tijdens onze studie gebruikten… Daar zit inderdaad ook nog een rekenmachine in, waarom moeilijk doen? Hoofdrekenen en daarvoor tafels ‘automatiseren’ (in je hoofd stampen) kan nog steeds een functie hebben maar welke eigenlijk? Moet je eigenlijk weten hoe je eieren legt om te kunnen ruiken of ze stinken? Dat laatste is de kern: je moet samenhang en logica kunnen hanteren, je moet op een zeker abstractie niveau logisch kunnen redeneren! Maar het rekenonderwijs lijkt eerder een verzameling methodes uit het pre-rekenmachine tijdperk. Hoe dat tot een dieper inzicht in de achterliggende logica moet leiden wordt er nooit bij verteld.

Kortom:
Kijk bij de huidige uitdagingen in het onderwijs met name naar de nieuwe omgeving waarin kinderen uiteindelijk moeten functioneren! De idee dat een perfecte beheersing van de d’s, dt’s, tafels en aloude rekenmethodieken kinderen het beste voorbereiden op de uitdagingen van de snel veranderende mondialiserende wereld lijkt op zijn minst discutabel. Zorg er maar voor dat ze perfect leren communiceren en redeneren met de middelen die we nu hebben. Als iemand uiteindelijk via het middel ‘Taal’ gaat publiceren is het vroeg genoeg voor de verdere perfectionering van het schrijven, als je tekstverwerker dat dan al niet voor je doet!

—
Dit artikel is een coproductie  van hnzz (hans pronk) & mike (michael van wetering) /© 2008

Filed Under: Onderwijs, Social software, Web 2.0

My First SmartBoard…

22/10/2008 by Hans Pronk

Smart (inderdaad van de ondertussen immens populaire SmartBoards) heeft een veelbelovend nieuw product aangekondigd: de SmartTable. Dit  nieuwe multi-touch/multi-user device lijkt een uitstekende enabler zowel voor het aanleren van basis ict-vaardigheden als voor advanced multi-user gebruik van ict in het (primaire) onderwijs. Het interessante vind ik  met name dat het – in tegenstelling tot het bestaande SmartBoard – ook andere dan de meer traditionele klassikale onderwijsvormen ondersteunt. De kosten? Iets van 7000/8000 dollar. Gezien de kenmerken van het product lijkt deze prijs mij niet onredelijk maar het is misschien wel prohibitief duur voor het onderwijs. Ik ben erg benieuwd hoe het (Nederlandse) onderwijs dit soort middelen (ook Microsoft werkt aan een multi-touch/multi-user tafel o.m. op basis van het werk van Jeff Han) gaat inzetten! 

St_overview_hero

Filed Under: Onderwijs, Social software, Web 2.0

Zou Thomas Watson uiteindelijk toch gelijk krijgen?

15/01/2008 by Hans Pronk

In 1943 deed Thomas Watson (IBM) zijn beroemde uitspraak "I think there is a world market for maybe five computers".  Hoewel deze opmerking lang gezien is als een teken van kortzichtigheid zorgen de ontwikkelingen op het gebied van platforms en cloud-computing ervoor dat zijn uitspraken nu in een nieuw licht komen te staan.

thomas watson in 1917

De huidige combinatie van netwerken en ICT-systemen zijn voldoende krachtig om de computing-modellen, zoals al uitgewerkt in de jaren 90 met het credo: "the network is the computer", daadwerkelijk te implementeren. De huidige SaaS-ontwikkelingen zijn hierbij een eerste stap. (zie bijvoorbeeld deze post van Alex Barnett). Voor eindgebruikers van systemen wordt SaaS de wijze waarop in toenemende mate ICT-functionaliteiten aangeboden zullen worden. Voor de aanbieders van deze SaaS-diensten worden platforms en internet-scale computing ofwel cloud-computing steeds relevanter.

Dit verschijnsel internet-scale computing of cloud-computing, zoals nu gepionierd wordt door onder meer Amazon, zette voor mij de uitspraak van Thomas Watson ineens in een geheel andere context. Want als je bedenkt wie de spelers in deze zogenaamde cloud-space zijn en welke kwaliteiten dergelijke partijen moeten hebben om effectief te kunnen opereren is de markt voor computers inderdaad beperkt tot een klein aantal aanbieders. Met name het ‘massive’ karakter van dergelijke operaties maakt dat het , analoog aan bijvoobeeld energieopwekking, zich leent voor sterke concentratie waarbij het, in tegenstelling tot energie, mogelijk is om de producten wereldwijd aan te bieden. De huidige spelers  als Amazon, Google, Microsoft, IBM en Sun, om de prominenten maar eens te noemen, zijn technisch gekwalificeerd en hebben daarbij de omvang om een dergelijke operatie te kunnen uitvoeren met het niveau van excellence en kosten (vanwege de massive economy of scale) dat de markt vraagt.  Met name blijkt in de huidige markt dat het juist de operationele excellence is waar de huidige kleinschaliger aanbieders van ICT-resources vaak tekort schieten.

Cloudspaces

Er ontstaat dus een nieuw drielaagsmodel van -1- cloudcomputing, -2- platformspelers en -3- de eigenaars van het intellectual property. En de nieuwe generatie cloud-gods vullen de onderste laag in. In deze laag is daadwerkelijk sprake van computing en zoals gezegd zal de ruimte in deze markt beperkt blijken te zijn. Hoeveel Googles kunnen er tenslotte naast elkaar bestaan? Ook op de laag erboven (platformlaag) is er overigens maar beperkt ruimte voor aanbieders. Echter hier is het, in tegenstelling tot de cloud-space, beter mogelijk toegevoegde waarde te genereren door omgevingsgebonden kennis en kunde. De cloud biedt dus tezamen met de platformlaag de omgeving waarop IP-eigenaars uiteindelijk de echte economische toegevoegde waarde kunnen genereren, op basis van deze twee onderliggende lagen.
En zo zou ook Thomas Watson uiteindelijk toch nog gelijk kunnen krijgen!

—
h@nzz/2008

Filed Under: Breedband, Future, Google, Internet, Web 2.0

De “Long Tail in Education”

04/10/2007 by Hans Pronk

Andersson’s Long Tail beschrijft een (economisch) model/concept dat er, kort door de bocht, op neer komt dat producten die maar weinig afnemers hebben of waar weinig vraag naar is, toch een hoge nettowaarde kunnen vertegenwoordigen als de zoek-, productie- en distributiekosten maar laag genoeg zijn of nog korter gezegd: “Why the Future of Business is Selling Less of More”.

Tijdens de SARAI conferentie “Pedagogical Faultlines” heb ik samen met Michael van Wetering (cto Kennisnet) gesproken over de toepasbaarheid van dit Long Tail concept in educatie. Tenslotte geldt ook in het onderwijs dat zoek-, productie- en distributiekosten met name door de ict ontwikkelingen dramatisch verlaagd zijn. Dit zou dan volgens de Long Tail theorie moeten leiden tot een situatie waarbij het voor de lerenden mogelijk is om op maat te leren wat ze willen, waar ze willen, op de wijze waarop ze willen, zonder zorgen over de inherente belemmeringen en beperkingen van ons huidige formele onderwijssysteem. Kortom elke student zijn of haar persoonlijke curriculum, enabled door de Education 2.0 tools.
In werkelijkheid is het echter nog (lang) niet zo ver. Dit is natuurlijk ook niet zo verwonderlijk. Om te beginnen acteren ondernemers als amazon.com en bol.com in een veel overzichtelijker markt dan het onderwijs. Onderwijs wordt sterk beïnvloed door een veelvoud aan partijen: wet- en regelgeving, overheidsbeleid, belangengroepen, ouders, politiek, besturen en leraren, om er maar eens een paar te noemen. Verder is het effect van de Long Tail veel minder goed meetbaar, al was het maar vanwege de vereiste doorlooptijd. De (economische) waarde in de retail is nu eenmaal veel eenvoudiger te bepalen. Een interessant punt wat met name uit de discussies op de SARAI bleek is de zorg uit het onderwijs zelf over de gevolgen van deze keuzemogelijkheden voor de student. Bijbehorende stelling van een aantal aanwezigen is dat studenten nu eenmaal niet weten wat goed voor ze is en dat derhalve een dwingend curriculum noodzakelijk is om studenten de juiste bagage mee te geven.

Dit is in zoverre opmerkelijk omdat de stelling dat “een hogere variabiliteit in onderwijsaanbod tot betere leeropbrengsten leidt” de enige premise onder de Long Tail in Education is. Behalve dat deze premise gevoelsmatig waar lijkt, wordt hij ook gestaafd door onderzoeksuitkomsten. We moeten daarbij wel goed bedenken dat de aloude 80-20 regel zijn geldigheid niet verliest. Ergo, bestaande bewezen onderwijsvormen hoeven niet massaal te worden vervangen: het is een keuze om dat te doen. Het gaat juist om aanvullingen op de bestaande mogelijkheden. De lagere zoek-, productie- en distributiekosten leiden er alleen toe dat dit breder aanbod economisch realiseerbaar is. Deze hogere variabiliteit leidt er dan weer toe dat onderwijs(vormen) beter kunnen aansluiten op de student die dit onderwijs als relevanter, ofwel “aantrekkelijker onderwijs” ervaart. Het is dit “Selling Less of More” waar de Long Tail uiteindelijk over gaat.

—
h@nzz/2007

Filed Under: Conferenties, Onderwijs, Web 2.0

  • Page 1
  • Page 2
  • Page 3
  • Go to Next Page »

© 2025 Towards a delicious future. All Rights Reserved.