• Skip to primary navigation
  • Skip to main content

Towards a delicious future

  • home
  • about me
  • lost&found
  • login
  • sitesenkit
  • about

Internet

Eens een Zoetermeerder…

15/03/2010 by Hans Pronk

Hoeveel bandbreedte hebben internetgebruikers nu eigenlijk nodig? Het standaard antwoord op deze vraag luidt al jaren “breedband” wat dat dan ook betekenen mag. Vervolgvraag is dan natuurlijk of de voorzieningen zoals die nu beschikbaar zijn zodanig breedbandig zijn dat we het doel bereikt hebben. Mijn antwoord is dan meestal negatief.  Bij de aanschaf van
elektrische apparatuur vraag je je toch ook nooit af of het elektriciteitsnet voldoende capaciteit heeft om welk apparaat in huis dan ook van voldoende spanning te voorzien? En zolang  dit niet voor bandbreedte geldt is de internetcapaciteit dus onvoldoende.

Een van de steden die met betrekking tot deze bandbreedte altijd grote ambities had is de gemeente Zoetermeer. Deze gemeente streeft al jaren een toppositie na, met het “Gigameer”-project als een van de concrete resultaten op dit gebied. Ik was dan ook erg verbaasd toen ik hoorde dat wethouder Emmens nu besloten heeft dat de huidige voorzieningen ineens goed genoeg zijn. En daar gaan je mooie ambities dan… Hopelijk kan het nieuw te vormen college weer meer inhoud aan de ICT-ambities van Zoetermeer geven. Al kom ik er niet dagelijks meer, ik blijf toch altijd een beetje Zoetermeerder :-).

hnzz

Knipsel AD 8-3-2010

Filed Under: Breedband, Internet, Overheid

TheNextWeb2009 conference

20/04/2009 by Hans Pronk

Logotnw

De TheNextWeb2009 conference ligt weer achter ons : drie dagen presentaties, demo's, parties en meer… Dit jaar geen nieuwe baanbrekende ontwikkelingen. Geen revolutie maar evolutie, e.g. geen groot nieuws… de cloud is the way to go, twitter rulez en de era van het individu is aangebroken maar DAT wisten we al.. In de productensfeer een aantal (wel al bekende) mooie producten gezien zoals  "My Name Is E" en Prezi.

De verdict: The Next Web is een goede conferentie die – met wat meer aandacht – zelfs uitstekend zou kunnen worden. Ik ga overigens hier zeker niet proberen de conferentie zelf te "verslaan", uiteindelijk staan hier (thenextweb) en hier (contentgirls) al voldoende mooie overzichten van de verschillende (blog)verslagen van The Next Web.

Keen

foto DailyM

Wat vond ik goed
Een aantal indrukwekkende sprekers waarvan Andrew Keen – even los wat ik inhoudelijk van hem vind – de meeste indruk maakte. Daarnaast maakte de presentaties van  Jeff Jarvis, Werner Vogels, Bradley Horowitz, Chris Sacca en Khris Loux veel indruk! Allemaal mensen met een verhaal, een visie en het vermogen dit uit te dragen. En natuurlijk ook memorabel: de handstand van @Hermioneway en het twitter-commentaar van contentgirl Xaviera Ringeling.

Hermoine

Wat vond ik minder
Met name het aantal (product)presentaties in de Next Startup wedstrijd, of beter de kwaliteit daarvan. Misschien is het een idee om de volgende keer de dames/heren presentatoren een workshop presenteren of coaching op dit gebied cadeau te geven als onderdeel van de package. Nu was het vaak te onduidelijk wat het product was, welk probleem er opgelost wordt, etc. Jammer, zeker gezien de grote hoeveelheid tijd en energie de deelnemers zich zichtbaar getroost hadden… Een andere teleurstelling was de presentatie van Matt Mullenweg: een verzameling platitudes zonder – althans voor mij – herkenbare samenhang. Meer algemeen had ik vaak het gevoel dat de presentaties best specifieker en diepgaander hadden gemogen. Zo was de presentatie van Eric Meyer bijvoorbeeld nu toch te technisch voor de niet-techneuten maar weer te oppervlakkig voor de rest.

Meyer

Al met al 3 goedbesteedde, leuke en inhoudsvolle dagen en ik hoop volgend jaar bij TheNextWeb2010 een nog betere belevenis te hebben.

Filed Under: Conferenties, Internet, Social software, Web 2.0 Tagged With: TNW

Stichting Copyright & Nieuwe Media

09/04/2009 by Hans Pronk

Copyright

Dat auteursrecht/copyright een lastig, verwarrend en wat mij betreft contra-intuïtief onderwerp is, is mij al lang geleden duidelijk geworden in het kader van projecten van SURFnet, Kennisnet en NIBG die tot doel hadden het archief van de publieke omroep voor het onderwijs te ontsluiten. Ergens is dat niet zo verwonderlijk, het vigerende recht op dit gebied stamt grotendeels uit het begin van de vorige eeuw, lang voor dat media als radio, televisie en dergelijke gemeengoed was, om nog maar te zwijgen van de digitale revolutie die daarna heeft plaatsgevonden.

Stichting Copyright & Nieuwe Media bannerHet gevolg van een en ander is wel dat het voor de leek/gemiddelde mens buitengewoon lastig is om uit te maken wat nu wel en wat nu niet mag. Dit is daarom een probleem omdat we, op basis van de nieuwe digitale mogelijkheden, ineens allemaal massaal content aan het produceren zijn. Om hierin te voorzien is de Stichting Copyright & Nieuwe Media in het leven geroepen die een ieder die op internet publiceert wegwijs wil maken en helpen in het juridische moeras dat copyright heet. De Stichting is opgericht door een aantal
toonaangevende internetondernemers die zich sterk willen maken voor de
belangen van internet publicisten. Stichting Copyright & Nieuwe Media biedt hierbij ondersteuning door het geven van voorlichting over onder andere de Creative Commons,
het bevorderen van de bewustwording over bestaande wet- en regelgeving
rond het auteursrecht, het verzamelen van kennis over dit onderwerp en door het inrichten van een helpdesk voor amateur-auteurs die problemen ondervinden in het kader van de huidige wet- en regelgeving. Een nuttig en in mijn ogen zelfs noodzakelijk initiatief gegeven de complexiteit van het onderwerp en de (financiële) risico’s die kunnen kleven aan het onvoorzichtig publiceren op internet, vandaar ook de banner in de linkerkolom!

Copyright

Een van de activiteiten van de stichting is het geven van masterclasses over deze onderwerpen. De masterclass die vandaag gegeven werd, wordt overigens binnenkort ingeblikt en zal dan voor een ieder via internet te bekijken zijn.
Drie sprekers gaven achtereenvolgend een kort overzicht van de problematiek en de werkzaamheden van de Stichting Copyright & Nieuwe Media (Ronald van den Hoff), een overzicht van de wetgeving op dit gebied (Arnout Engelfriet) en als afsluiting een inzichtelijk verhaal dat aangaf waartoe dit allemaal in de (muziek)praktijk toe leidt (van Marco Raaphorst). Na de pauze werd een en ander afgesloten met een Q&A sessie van de drie heren tezamen. Al met al een zeer goed bestede middag over een must-know onderwerp voor een ieder die op internet publiceert.

NB: Arnout Engelfriet heeft ook een boek gepubliceerd over dit onderwerp en meer dat hier te verkrijgen is. Ik heb het boek overigens zelf (nog) niet gelezen.

Filed Under: Boeken, Conferenties, Internet

Van wie is mijn informatie nu eigenlijk?

22/11/2008 by Hans Pronk

Bedrijven (en ook de overheid) verzamelen steeds meer informatie. Vraag is daarbij van wie al die informatie die bedrijven van/over je bezitten – of het nu gaat om je belgegevens, je aankopen bij BOL, je Google zoektermen of je vrienden bij Hyves en Facebook – nu eigenlijk is.
Gevoelsmatig zeg ik dat dit gewoon MIJN gegevens zijn* en dat is ook de basisgedachte achter het fenomeen VRM ofwel Vendor Relationship Management.
In de praktijk werkt het echter (nog) niet zo. De verhouding tussen klant en leverancier is vaak zoek omdat je macht als klant te beperkt is. Ik kan bijvoorbeeld als klant niet of nauwelijks beschikken over mijn belstatistieken die mijn mobiele operator over mij verzamelt. De inhoud van een willekeurige mijn.leverancier.nl kan ik vaak wel bekijken maar de gegevens zelf eenvoudig verzamelen is er niet bij. Kortom de informatie gaat er wel in en wordt opgeslagen maar IK kan het er niet meer bij laat staan het er uithalen. Mijn “data” zit gevangen en niet ik, maar een ander heeft de sleutel.

Vraag is natuurlijk wel of VRM ook het belang van leveranciers dient. Volgens Doc Searls – de godfather van de VRM beweging – is dit inderdaad het geval en zijn stelling luidt dan ook:

“a free customer is more valuable than a captive one”.

Ergo: het is ook voor bedrijven uiteindelijk aantrekkelijk om de klant in charge te laten zijn.

Er is overigens nog wel een lange weg te gaan. Dit soort bewegingen veranderen de verhouding tussen klant en leverancier. En de eerste voorbeelden laten zien dat zowel klanten als leveranciers hier erg aan moeten wennen.

Het goede nieuws is dat de eerste tools voorzichtig beschikbaar komen. OpenID is een voorbeeld van een dienst die het in aanleg mogelijk maakt je eigen identiteit(en) zelf bij te houden en naar believen te delen. Ook projecten als Mine!, Higgins, project VRM, the R-button en AttentionTrust zijn hier voorbeelden van.

Het andere goede nieuws is dat het eerste VRMevent in Nederland (hier een uitgebreid verslag) een volle zaal trok. Het onderwerp leeft dus blijkbaar! Goed event, goede sprekers, betrokken publiek!

Dit bleek onder meer uit de soms verhitte discussies over nut en noodzaak van VRM waarbij VRM zowel met socialism 2.0 als capitalism 2.0 aangeduid werd. Na een intro over het onderwerp door Naos Wilbrink werden er een aantal casestudies gepresenteerd door Beabo, iChoosr, Plebble en Werkspot waarin een aantal facetten van het VRM-denken getoond werden. De keynote was van “Mr VRM” Doc Searls himself. Al met al een zeer geslaagd event met als (taalkundig misschien wat verwarrende) eindconclusie:

“VRM is nog geen keihard feit, maar het is wel onontkoombaar”

—
* Volgens de Nederlandse wetgeving (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland) is dat overigens niet zo, ik heb slechts het recht deze data in te zien.

Filed Under: Conferenties, Internet, Privacy, Security Tagged With: OpenID, vrm, vrmevent

One ID to rule them all, one ID to find them, one ID to bring them all and in the darkness bind them…

31/10/2008 by Hans Pronk

Hnzz_kaartjes

Een van mijn dagelijkse ergernissen is het enorme aantal accounts dat ik nodig heb voor de verschillende websites die ik gebruik. Het is nog erger dan de fysieke kaartjes (zie boven) in mjn portemonnee. Maar nu is er uitzicht op verbetering. Ik kan namelijk sinds kort bij sites als Plaxo.com inloggen met mijn Google account. Dit kan omdat Google is toegetreden tot de OpenID community. Je kon al je Yahoo account gebruiken als OpenID. En ook je Windows Live account (MSN/Hotmail/Live Mail) is binnenkort een OpenID. En nu je ook een Google e-mail (Gmail) account als OpenID kan gebruiken, beschikt dus een groot deel van de online consumentenpopulatie ineens over een OpenID. Met deze toevoeging van Gmail zijn de belangrijkste gratis emaildiensten OpenID enabled. En omdat  een groot deel van de online populatie over zo’n account beschikt is OpenID het meest verspreide authenticatiemechanisme geworden.

Cirrus-logo Het OpenID logo zou je een beetje met het Cirrus logo op een betaalautomaat kunnen vergelijken. Als je dat ziet weet je dat bij die automaat geld met je bankpassen (met Cirrus logo) kan pinnen. Het OpenID logo werkt soortgelijk, zodra je dat ziet kan je met een van je OpenID’s (bijvoorbeeld je Gmail of je Hotmail account) op een site inloggen.

Het voordeel hiervan is evident, in plaats van tientallen accounts voor online services kun je ineens met een of twee accounts af. Het opzeten van allerhande mashup-achtige diensten wordt, zeker als de serviceprovider naast OpenID ook van de nieuwe OAuth mogelijkheden gebruik gaat maken, vele malen eenvoudiger.  Bijkomend voordeel is dat OpenID veel meer controle bij de gebruiker legt. Deze kan nu bepalen welke informatie al dan niet uitgewisseld wordt tussen providers. Risico is natuurlijk dat je, wanneer je account gecompromiteerd wordt, nu een echt probleem hebt:-(

Openid-logo

We zijn er overigens nog niet. Zo kan ik mijn Microsoft OpenID (nog) niet gebruiken om bij Google in te loggen en omgekeerd. Want hoewel je met je Google account bij een OpenID enabled website kan inloggen is het omgekeerde nog niet waar. Met OpenID kan een website er namelijk voor kiezen dat derden gebruik maken van hun accounts (ofwel de rol van OpenID provider) en daarnaast kan je ook toegang tot je eigen site geven op basis van accounts van anderen (de rol van OpenID relaying party). Google en ook  Microsoft zijn voorlopig alleen provider en dus geen relaying parties. Voor het gebruikvan Google-diensten zelf heb je nog steeds een “echt” Google account nodig hoewel daar dus technisch geen noodzaak meer voor bestaat.

In elk geval is de brede verspreiding van OpenID goed nieuws omdat dit het gebruik van online diensten in het algemeen beduidend kan vereenvoudigen. OpenID had tot nu toe een kip-ei probleem: zolang gebruikers geen OpenID’s hadden was het gebruik niet relevant, maar omdat er geen toepassingen waren was het bezit van een OpenID niet nuttig. Door de acties van Google, Yahoo en Microsoft is er in elk geval een grote gebruikersgroep ontstaan. En er is daarmee een defacto standaard ontstaan hetgeen ruimte geeft voor identity-providers om value-added diensten op te zetten op basis van deze grote gebruikersgroep. De waarde van OpenID diensten is uiteindelijk afhankelijk van het aantal OpenID bezitters in de online wereld.

En voor de Hyves, Facebooks maar ook de DigiD’s en SURFnet en Kennisnetten van deze wereld geeft het kansen om een centrale plek in te nemen c.q. te behouden in het online-ecosysteem.

Al met al beschikken de meeste consumenten nu over een OpenID dus:

  • Aanbieders van ID-systemen: oportunity knocks! DigiD/Kennisnet/Hyves/Facebook/… ga ook OpenID bij voorkeur in de meest brede vorm ondersteunen;
  • Gebruikers: gewoon gaan gebruiken en OpenID toegang vervolgens ook van alle andere dienstaanbieders eisen!

OAuth maakt het mogelijk om websites beperkte toegang tot je account te geven. Dit ka je gebruiken om bijvoorbeeld een dienst als Linkedin bijvoorbeeld alleen toegang te geven tot je Plaxo contactgegevens.Het is als zodanig een aanvulling op OpenID.

Filed Under: Google, Internet, Privacy, Security, Software

IPv4 adressen… de bodem komt in zicht!

24/10/2008 by Hans Pronk

De jury van de IPv6 Awards 2008 heeft bekend gemaakt de Award dit jaar niet uit te reiken. Reden: het aantal inzendingen was zodanig klein dat er van enige competitie geen sprake was.

Opmerkelijk, want wat je er ook van vindt, de noodzaak van de inzet van IPv6 is nu toch echt niet meer te ontkennen. Tot  voor kort viel misschien nog net vol te houden dat er nog steeds geen echte reden voor de invoering was. De laatste berekeningen laten echter zien dat zelfs bij het huidige uitgifte-tempo de adressen ergens eind 2012 gewoon op=op zijn.

Wat was het probleem ook al weer? For starters: alle met internet verbonden systemen communiceren met elkaar op basis van nummers of numerieke adressen: het z.g.n. IP adres. Dit adres zie je als gebruikers meestal niet omdat software gelukkig in staat is om een naam als www.google.com  automatisch om te zetten naar het bijbehorende numerieke adres, bijvoorbeeld 64.233.183.99. Het probleem is nu dat er binnen het huidige IPv4 systeem te weinig ruimte is om in de toekomst alle met internet verbonden systemen zo’n nummer te geven. Alleen al de groei van mobiel dataverkeer maakt dat er veel meer behoefte is aan dergelijke adressen. De laatste inzichten zijn dat ergens tussen 2010 en 2013 de ruimte op is. De oplossing: een grotere adresruimte met langere adressen dus. Het is als zodanig te vergelijken met de komst van de 10-cijferige telefoonnummers in 1995. Veel meer info hier, hier, hier en hier.

Om de voorziene groei te faciliteren is in 1995 begonnen met het werk aan IPv6, de opvolger van IPv4. Naast een aantal veranderingen cq verbeteringen is het doel dat alle met internet verbonden systemen een eigen adres kunnen krijgen. Die langere adressen maken echter wel dat de software, die nu met de huidige – korte – adressen werkt, aangepast moet worden. Dat is ondertussen voor een groot deel gebeurd. Zo kunnen de huidige Apple/Microsoft en Linux versies er in principe probleemloos mee omgaan. Ook grote aanbieders van services als Google zijn op basis van IPv6 bereikbaar. Een complicerend punt is wel dat gedurende een lange periode beide systemen – IPv4 én IPv6 – naast elkaar zullen bestaan waarbij gebruikers van beide systemen probleemloos met elkaar moeten kunnen communiceren.
Al met al een verre van triviale opgave, waarbij met name de internet providers, de ISP’s, als eerste hun netwerken voor IPv6 gereed zullen moeten maken.

Naast het werk aan IPv6 zijn er de afgelopen jaren ook een aantal maatregelen genomen en truc’s verzonnen om de houdbaarheid van het bestaande IPv4 systeem te verlengen. Dit heeft een tweeledig gevolg gehad. Enerzijds is er natuurlijk veel tijd gekocht om IPv6 te vervolmaken. Anderzijds is het onontkenbaar dat hierdoor ook de sense of urgency, die in 1994/95 absoluut aanwezig was, ondertussen weggeëbd is omdat jaar op jaar bleek dat er nog steeds IPv4 adressen verkrijgbaar waren.

Dat is nu dus bijna over. En nu de adressen toch echt aan het opraken zijn (zie countdown onderaan de pagina) is actie nú absoluut geboden. Om bewustwording te creëren over de noodzaak van de invoering van IPv6 heeft de overheid (ministerie van EZ) de Nederlandse Task Force IPv6 onder voorzitterschap van Erik Huizer opgericht. NB: de Taskforce is op zijn beurt weer lid van de overkoepelende European IPv6 Taskforce. De genoemde IPv6 Awards was een van de middelen die ze daarvoor ingezet hebben.

Uit het afblazen van de Award maar ook uit de inventarisatie van IPv6-gebruik in Nederland blijkt in elk geval dat die beoogde bewustwording er nog echt niet is. Ik geef toe dat het nog geen 2013 is maar de introductie van iets ingrijpends als IPv6 heeft veel tijd nodig. Bijvoorbeeld tijd voor het verwerven van de benodigde  (schaarse) kennis, tijd voor de inventarisatie bij organisaties van afhankelijkheden van IPv4, tijd voor het opzettten en introduceren van nieuwe capabilities in systemen en netwerken, etc.

Toegegeven: onder druk wordt alles vloeibaar maar dan moet je je wel realiseren dat je het uiteindelijke resultaat dan toch niet meer volledig in de hand hebt.


Countdown to the Regional registry IPv4 address exhaustion moment. We now still have:

Data obtained from: http://penrose.uk6x.com/

Filed Under: Breedband, Internet

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Page 2
  • Page 3
  • Page 4
  • Interim pages omitted …
  • Page 7
  • Go to Next Page »

© 2025 Towards a delicious future. All Rights Reserved.